Kijk maar eens op de website van Zestz!
Ria Kramer plaatste het recept voor feestcake in haar eigen online 'kookschrift' van AH en ook de facebookpagina van het Oost Europees Overlastfeest heeft ons gezien.
Onbekend maakt onbemind. Dat geldt voor mensen of dingen, maar ook voor keukens. Dat is best jammer. Op dit blog worden de Oost-Europese recepten van culi-schrijvers uit het hele land geplaatst. Voelt u zich vooral vrij om te reageren en uw eigen favoriete gerechten te vermelden: hoe meer lekkers, hoe meer vreugd.
zaterdag 31 maart 2012
Bitok met roomsaus
Door: Tallina van den Hoed
Ik zei vorige week toch dat ik mijn kroost de eerste de beste vakantie uit logeren zou sturen? Om eens niet allergievriendelijk te kunnen koken? Ik hoefde niet eens zo heel erg lang te wachten. Een studiedag diende zich aan. Docenten studeren dan. Ik weet nooit precies wat, maar ik vermoed dat het een stoomcursus is 'Lesgeven in tijden van financiële c.q. morele crisis'.
Of, wellicht, 'Excellente leerlingen zonder financiële of tijdsinspanning'. Zou ook kunnen.
Maar goed, dat zijn dingen die alleen docenten weten - en ik ben geen docent - dus speculeren is zinloos.
'Hoe worden etterbakjes gewillige leerlingen?'
Nee, vast niet. Maar goed. Een studiedag houdt in dat je kinderen níet naar school zijn en jij dus iets van een oplossing daarvoor moet vinden.
Aan het begin van het schooljaar krijg je al te horen wanneer die dagen zijn, en dat schrijf je dan braaf in je agenda, om er een dag van tevoren achter te komen dat dat krabbeltje dat al maanden en maanden in je agenda staat, ook echt iets betekent.
'Demonstreren kun je leren!'?
Vast ook niet. Ik ben zo blij dat er opa's en oma's bestaan. Fluks pakte ik de nog zanderig-van-de-vorige-vakantie-rugtasjes in en leverde mijn blije stuiterkroost bij de grootouders in. 'Veel plezier!' riep ik, al zwaaiend. Hops, aan het werk!
'Het is gelukt! Ze zijn weg!' belde ik naar mijn Lief, die mij bronstig vroeg wat wij dan vanávond zouden gaan doen. Door de telefoon zag ik zijn wenkbrauw gewillig vragend omhoog gaan.
'We gaan eten. Lekker eten. En morgenochtend gaan we hardlopen. Of anderszins bewegen. Want anders komen we van die ene maaltijd kilo's aan'
Ingrediënten
Voor 4 personen:250 gram tartaar
1 gesnipperde sjalot
1 teentje knoflook
1 kopje gehakte peterselie
zout en peper
Voor de saus:
2 grote uien in ringen
boter
nootmuskaat
1/2 theelepel gemalen kummel
300 ml crème fraîche
Meng het tartaar met de ingrediënten. Maak er 4 platte ballen van en laat ze een kwartier in de koelkast rusten. Bak ze daarna in 5 minuten om en om bruin in hete boter. Haal ze uit de pan en hou ze warm onder aluminiumfolie. Bak de uien in diezelfde pan gaar en mooi bruin. Smelt de crème fraîche erin. Laat het een beetje indikken, doe nootmuskaat en kummel erbij en proef op zout en peper. Schep de uienroom op de tartaar.
Eet met frietjes of aardappeltjes uit de oven en simpele groene salade.
Verscheen eerder in De Volkskrant, 27 maart 2012
zondag 25 maart 2012
De Poolse stoofschotel bigos
Door Jacques Hermus
Het is jaren geleden, in een gewelfachtige ruimte onder de stadsmuren van Zamosc, in het zuidoosten van Polen. Lange tafels, overvloedig gedekt. Grote broden, dampende soepen, flessen bier en wodka, alles voor het grijpen. Links zit een vriendelijke man, met hangsnor en een wat sombere Slavische uitdrukking. Kleinzoon van een vojvod, landheer, die voor de oorlog heerste over dit deel van Polen. Tegenover ons een bejaarde journalist, vroeger redacteur bij een communistisch dagblad, al vroeg laveloos van de wodka. Hij heeft bijna alle aanwezige vrouwen in de billen geknepen, zeker twee klappen in het gezicht gekregen, maar ze grijnslachend geïncasseerd.
Als de grote potten met de stoofschotel bigos op tafel komen, zwijgen de stille melancholicus en de cynische dronkaard, net als de andere Polen. Op tafel staat wat traditioneel zowel reisproviand als jachtmaaltijd is, en evengoed dagelijks gerecht of feestmaaltijd: zuurkool met paddenstoelen, spek, vlees, worst en reuzel. Een boerenmaaltijd die tot een nationaal gerecht is geworden, waarbij elke Pool even wegdroomt naar het roemrijke verleden van zijn land, ooit het grootste koninkrijk van Europa. Elke familie heeft zijn versie van deze bigos, iedereen weet dat hij het lekkerste is als hij een tweede keer wordt opgewarmd, als de smaken zijn gehuwd.
Hoofdgerecht voor 4-6 personen
1 kilo zuurkool; 500 gram hamlap in dobbelstenen; een stuk (200 gram) salami of chorizo (of Poolse worst) in blokjes; 200 gram rookspek in blokjes; liefst nog wat stukken kip of vlees(resten) met jus van (eer)gisteren; 3 uien, gesnipperd; paar tenen knoflook, gesnipperd; handvol gedroogde of 200 gram verse paddestoelen in plakjes; 2 blikjes tomatenpuree; half flesje witte wijn; 50 gram reuzel (of olie); 1 theelepel karwijzaad; 1 theelepel mild paprikapoeder; 1 theelepel marjolein; 1 laurierblad; versgemalen peper.
Spoel de zuurkool in een vergiet iets af onder de koude kraan. Fruit het spek en de uien in de reuzel (of olie), doe de hamlapjes erbij en braad onder omscheppen alles goed bruin. Doe alle andere ingrediënten erbij en zoveel water dat alles net onder staat. Laat ruim twee uur zeer zachtjes stoven, voeg als het droog dreigt te koken nog wat water toe.
Eet er stevig bruin brood of rijst bij. (Over)morgen is het opgewarmd nog lekkerder.
www.hermusenzandstra.nl
Het is jaren geleden, in een gewelfachtige ruimte onder de stadsmuren van Zamosc, in het zuidoosten van Polen. Lange tafels, overvloedig gedekt. Grote broden, dampende soepen, flessen bier en wodka, alles voor het grijpen. Links zit een vriendelijke man, met hangsnor en een wat sombere Slavische uitdrukking. Kleinzoon van een vojvod, landheer, die voor de oorlog heerste over dit deel van Polen. Tegenover ons een bejaarde journalist, vroeger redacteur bij een communistisch dagblad, al vroeg laveloos van de wodka. Hij heeft bijna alle aanwezige vrouwen in de billen geknepen, zeker twee klappen in het gezicht gekregen, maar ze grijnslachend geïncasseerd.
Als de grote potten met de stoofschotel bigos op tafel komen, zwijgen de stille melancholicus en de cynische dronkaard, net als de andere Polen. Op tafel staat wat traditioneel zowel reisproviand als jachtmaaltijd is, en evengoed dagelijks gerecht of feestmaaltijd: zuurkool met paddenstoelen, spek, vlees, worst en reuzel. Een boerenmaaltijd die tot een nationaal gerecht is geworden, waarbij elke Pool even wegdroomt naar het roemrijke verleden van zijn land, ooit het grootste koninkrijk van Europa. Elke familie heeft zijn versie van deze bigos, iedereen weet dat hij het lekkerste is als hij een tweede keer wordt opgewarmd, als de smaken zijn gehuwd.
Hoofdgerecht voor 4-6 personen
1 kilo zuurkool; 500 gram hamlap in dobbelstenen; een stuk (200 gram) salami of chorizo (of Poolse worst) in blokjes; 200 gram rookspek in blokjes; liefst nog wat stukken kip of vlees(resten) met jus van (eer)gisteren; 3 uien, gesnipperd; paar tenen knoflook, gesnipperd; handvol gedroogde of 200 gram verse paddestoelen in plakjes; 2 blikjes tomatenpuree; half flesje witte wijn; 50 gram reuzel (of olie); 1 theelepel karwijzaad; 1 theelepel mild paprikapoeder; 1 theelepel marjolein; 1 laurierblad; versgemalen peper.
Spoel de zuurkool in een vergiet iets af onder de koude kraan. Fruit het spek en de uien in de reuzel (of olie), doe de hamlapjes erbij en braad onder omscheppen alles goed bruin. Doe alle andere ingrediënten erbij en zoveel water dat alles net onder staat. Laat ruim twee uur zeer zachtjes stoven, voeg als het droog dreigt te koken nog wat water toe.
Eet er stevig bruin brood of rijst bij. (Over)morgen is het opgewarmd nog lekkerder.
www.hermusenzandstra.nl
Huzar betekent Luilekkerland
Door Jeroen Thijssen
Laatst klonk het weer op de radio. ‘Vijftien miljoen mensen,’ zingt een stem. ‘Op dat hele kleine stukje aarde.’ De stem komt uit een ver verleden, uit de tijd dat wij nog tolerant waren en vreemdelingen welkom heetten. ‘Die laat je in hun waarde,’ zingt de stem. In dat land heb ik ooit gewoond.
Wat waren we blij met de olijven, de couscous en de courgettes, die de toenmalige vreemdelingen voor ons meenamen.
Wat zouden die nieuwe nieuwkomers voor levensmiddelen hebben meegebracht? Dat valt gemakkelijk te controleren in Zaandam, de enige stad in Nederland met een Poolse en een Bulgaarse winkel.
Nansi, heet de Bulgaarse super aan de Zuiderdijk. De winkel is keurig, zonder enige opschik. De koopwaar staat netjes gerangschikt op planken, meer is ook niet nodig. Natuurlijk wil de mevrouw van de winkel graag tonen wat echt Bulgaars is.
‘Alles,’ zegt ze, in een Nederlands dat een stuk beter is dan mijn Bulgaars. Of mijn Frans. ‘Alles’ is overdreven. Mayonaise in elk geval niet, maar de rozenbotteljam heeft een modderkleur die nooit in Nederland gemaakt zou worden en een zacht zoete smaak die ook erg buitenlands overkomt. Ook de tomatensaus in een potje lijkt niet op onze puree- zoet en gekruid, zacht en toch peperig. Het mooiste bewaart Nansi in de koelvitrine: worsten. De winkelmevrouw wijst me op een plak donkerbruin. ‘Maag,’ zegt ze, ‘van een koe.’ Dat klinkt goed. Het smaakt ook goed, naar koud stoofvlees. Daarnaast liggen twee dikke, theebruine worsten. Voor op de bbq, verklaart de mevrouw. Ten slotte gaat ook nog een strak gesealde, donkere worst mee met een onleesbare, want cyrillisch geschreven, naam. Helaas vallen de worsten een beetje tegen. De bbq-varianten zijn vooral dikke Frankfurters, de donkere worst smaakt naar rund en komijn, niet vies maar ook niet heel bijzonder.
De Poolse delicatessenwinkel Huzar zit aan de Rozengracht. Weer een eenvoudige winkel, waar flesjes, potjes en pakjes op lange schappen aantrekkelijk staan te zijn. De geur van versgebakken brood vult de lucht, en niet zomaar brood. Het is de lucht van Midden-Europa, het zuurdesem van bakkers die Poniatowski heten, of Thomasjevski. Lange broden zijn het, met een gebarsten korst.
Rechts staat het bier, dat Zubr heet, en Wojak waar negen procent alcohol in zit. Het is bier dat met gestrekt been inkomt, blijkt tijdens het schrijven van dit stukje. Maar het is lekker zoetig en die alcohol, ach, wijndrinkers nuttigen dat toch elke dag?
Huzar draagt met recht de titel ‘delicatessen’. Waar zal ik beginnen en waar ophouden? Bij de wintersprot in blik, gestapelde visjes die vaag naar sardines smaken en veel meer naar, nu ja, naar zichzelf. Of de Smalec, vet met gesmoorde uitjes. Heerlijk, hoewel het woord delicaat niet van toepassing is. Er is heel zachte zuivel, die tussen crème fraîche en slagroom in zit, en Beskidzkie Marforki, stengels gerookte kaas die volgens de eigenaar heel goed smaken bij bier- hij heeft gelijk.
Het mooiste en het meest de moeite waard zijn de worsten. Achtendertig soorten liggen er. Ze zijn gedroogd en gerookt, of alleen gedroogd, of eerst gezouten, daarna gekookt en ten slotte gerookt. Zo’n overvloed is niet in een stukje te vangen. Huzar moet Pools zijn voor Luilekkerland.
Jammer dat Zaandam zo ver weg is. Kunnen er niet meer Polen deze kant opkomen, zodat ook mijn zuidelijk dorp zijn eigen dependance van Huzar kan krijgen? En als alle Polen hier zijn hebben we er ook nog Wit-Russen, Tadzjikistanen en Oezbeken. Nederland is nog lang niet vol
Stond eerder in Trouw, zaterdag 24 maart 2012
Laatst klonk het weer op de radio. ‘Vijftien miljoen mensen,’ zingt een stem. ‘Op dat hele kleine stukje aarde.’ De stem komt uit een ver verleden, uit de tijd dat wij nog tolerant waren en vreemdelingen welkom heetten. ‘Die laat je in hun waarde,’ zingt de stem. In dat land heb ik ooit gewoond.
Wat waren we blij met de olijven, de couscous en de courgettes, die de toenmalige vreemdelingen voor ons meenamen.
Wat zouden die nieuwe nieuwkomers voor levensmiddelen hebben meegebracht? Dat valt gemakkelijk te controleren in Zaandam, de enige stad in Nederland met een Poolse en een Bulgaarse winkel.
Nansi, heet de Bulgaarse super aan de Zuiderdijk. De winkel is keurig, zonder enige opschik. De koopwaar staat netjes gerangschikt op planken, meer is ook niet nodig. Natuurlijk wil de mevrouw van de winkel graag tonen wat echt Bulgaars is.
‘Alles,’ zegt ze, in een Nederlands dat een stuk beter is dan mijn Bulgaars. Of mijn Frans. ‘Alles’ is overdreven. Mayonaise in elk geval niet, maar de rozenbotteljam heeft een modderkleur die nooit in Nederland gemaakt zou worden en een zacht zoete smaak die ook erg buitenlands overkomt. Ook de tomatensaus in een potje lijkt niet op onze puree- zoet en gekruid, zacht en toch peperig. Het mooiste bewaart Nansi in de koelvitrine: worsten. De winkelmevrouw wijst me op een plak donkerbruin. ‘Maag,’ zegt ze, ‘van een koe.’ Dat klinkt goed. Het smaakt ook goed, naar koud stoofvlees. Daarnaast liggen twee dikke, theebruine worsten. Voor op de bbq, verklaart de mevrouw. Ten slotte gaat ook nog een strak gesealde, donkere worst mee met een onleesbare, want cyrillisch geschreven, naam. Helaas vallen de worsten een beetje tegen. De bbq-varianten zijn vooral dikke Frankfurters, de donkere worst smaakt naar rund en komijn, niet vies maar ook niet heel bijzonder.
De Poolse delicatessenwinkel Huzar zit aan de Rozengracht. Weer een eenvoudige winkel, waar flesjes, potjes en pakjes op lange schappen aantrekkelijk staan te zijn. De geur van versgebakken brood vult de lucht, en niet zomaar brood. Het is de lucht van Midden-Europa, het zuurdesem van bakkers die Poniatowski heten, of Thomasjevski. Lange broden zijn het, met een gebarsten korst.
Rechts staat het bier, dat Zubr heet, en Wojak waar negen procent alcohol in zit. Het is bier dat met gestrekt been inkomt, blijkt tijdens het schrijven van dit stukje. Maar het is lekker zoetig en die alcohol, ach, wijndrinkers nuttigen dat toch elke dag?
Huzar draagt met recht de titel ‘delicatessen’. Waar zal ik beginnen en waar ophouden? Bij de wintersprot in blik, gestapelde visjes die vaag naar sardines smaken en veel meer naar, nu ja, naar zichzelf. Of de Smalec, vet met gesmoorde uitjes. Heerlijk, hoewel het woord delicaat niet van toepassing is. Er is heel zachte zuivel, die tussen crème fraîche en slagroom in zit, en Beskidzkie Marforki, stengels gerookte kaas die volgens de eigenaar heel goed smaken bij bier- hij heeft gelijk.
Het mooiste en het meest de moeite waard zijn de worsten. Achtendertig soorten liggen er. Ze zijn gedroogd en gerookt, of alleen gedroogd, of eerst gezouten, daarna gekookt en ten slotte gerookt. Zo’n overvloed is niet in een stukje te vangen. Huzar moet Pools zijn voor Luilekkerland.
Jammer dat Zaandam zo ver weg is. Kunnen er niet meer Polen deze kant opkomen, zodat ook mijn zuidelijk dorp zijn eigen dependance van Huzar kan krijgen? En als alle Polen hier zijn hebben we er ook nog Wit-Russen, Tadzjikistanen en Oezbeken. Nederland is nog lang niet vol
Stond eerder in Trouw, zaterdag 24 maart 2012
zaterdag 24 maart 2012
Poolse warme eieren
Door: Felix Wilbrink
Dat zoiets zelfs de televisie haalt. Twee dagreceptenmakers aan de telefoon. Zullen we als tegenwicht tegen dat nare Polenmeldpunt wat Oost-Europese recepten in de krant zetten? Ja, doen we. Punt. Ja, punt. En plotseling past het ei niet meer in het schilletje. Zucht, hoe belangrijk kunnen ze zichzelf maken? Wij gaan lekker door.
Nodig:
4 hardgekookte eieren
peterselie
dille
bieslook
80 g zachte boter
zout , 1 theel paprikapoeder
2 eetl broodkruim
25 g geraspte kaas
Poolse eieren. Hak heel precies de eieren nog in de schaal in de lengte in tweeën, want je hebt de schaal straks weer nodig. Dus heel laten. Gaat het beste met een scherp kartelmes. Haal de eieren, wit en geel voorzichtig uit de schaal en leg die helften weg. Hak het eiwit fijn en prak het eigeel. Hak peterselie, dille en bieslook (die is zo lekker nu, ik heb er alweer heel veel van op mijn balkon) ragfijn. Meng de groene kruiden samen met 60 g van de zachte boter door de eieren. En nog op smaak brengen met zout en peper. Vul de eischaaltjes met dit mengsel, strooi er de kaas over en leg er vlokjes boter op en zet 10 minuten onder een hete grill. Wat zeg je? Jaren 50? Klopt. Lekker, hè! Met ouderwetse waardes als: het gezin aan tafel en je best doen uit wat heel gewoons wat lekkers te maken.
Goulashsoep
Door: Karin Luiten
Loethe Olthuis van de Volkskrant riep alle collegakrantenkookschrijvers op om deze week aandacht te besteden aan een Oost-Europees recept voor een ludieke Polenreceptenmeldsite. Gezwind spoedde ik mij naar de supermarkt. Helaas, in het immer uitdijende pakjes- en zakjesschap schittert de Oost-Europese keuken door afwezigheid. Griekse Gyros, Marokkaanse Tajine, Argentijnse Beef Chimichurri, Mexicaanse Enchiladas, Amerikaanse Jambalaya, Chinese Kantonese kip, je kunt het zo exotisch niet verzinnen, of er bestaat een verhollandste poedervariant van. Het moge duidelijk zijn: wij Nederlanders eten graag thuis over de grens. Maar Pools? Bulgaars? Roemeens? Neen.
Gelukkig zie ik in een hoekje één enkele uitzondering: Hongaarse Goulashsoep. Die moet het dan maar worden, lente of geen lente. ‘Gulyás’ is oorspronkelijk een stevige soep van rund of schaap maar Honig doet het zuinigjes aan met sojabouillon plus 0,01% rundvleesextract. En dan toch ‘Extra krachtig van smaak’, mirakels! Vaak bevat de soep zowel blokjes aardappel als een speciaal soort pasta, maar dat lijkt me dubbelop. Paprika hoort er officieel niet in, alleen paprikapoeder, maar is wel zo gezellig. Overigens zweer ik bij gerookt paprikapoeder, pimentón, in kekke blikjes te koop in delicatessenwinkels en online. Niet Hongaars maar Spaans. Maar goed, we zijn toch één Europa? Nou dan.
Honig Hongaarse Goulashsoep
Samenstelling:
Bouillon (soja), groenten (tomaat, paprika, ui), deegwaar, tarwebloem, zetmeel, zout, geharde plantaardige olie, aroma’s (bevatten selderij), suiker, knoflook, specerijen (paprikapoeder, cayennepeper, komijnzaad, laurier, kruidnagel), plantaardig vet, kleurstof (E150c), gistextract, voedingszuur (citroenzuur), rundvleesextract 0,01%.
Zelf maken?
Nodig voor 4-6 personen:
500 g runder-riblappen
1 blik tomaten (400 ml)
1 liter runderbouillon
3 vastkokende aardappels
1 rode paprika
2 uien
2 knoflooktenen
2 afgestreken eetl paprikapoeder (mild/gerookt)
1 tl karwijzaad (kummel)
1 tl komijnpoeder (djinten)
½ tl cayennepeper
25 g boter
1 volle eetl bloem
Snipper de uien en de knoflook. Verhit de boter in een soeppan en fruit de ui zachtjes 5 minuten glazig, met op het laatst ook even de knoflook. Snij intussen het vlees in dobbelstenen en bestrooi met zout en peper. Schuif de ui opzij, doe het vlees in de pan en laat op hoog vuur al omscheppend een paar minuten aanbakken. Strooi paprikapoeder, karwij, komijn en cayenne erover, bak eventjes mee. Strooi de bloem erover, schep goed door. Doe het blik tomaten erbij en duw ze kapot met een lepel. Bouillon en wat zout erbij, breng aan de kook en laat met deksel op de pan heel zachtjes sudderen. Snij de geschilde aardappels in blokjes en de paprika in stukjes. Doe ze na anderhalf uur in de soep en laat dan nog eens 30 minuten zachtjes pruttelen.
TIPS:
• Vlees nooit ijskoud de pan in, maar een half uurtje van tevoren uit de koelkast halen.
• Verhit alvast de bouillon, dat scheelt tijd.
• Laat de soep heel zachtjes sudderen op de kleinste pit van het fornuis. Borrel-de-borrel? Zet er dan zo’n zwart warmhoudplaatje onder.
• Knoflook niet te lang meefruiten, dan kan hij bitter worden.
• Nog lekkerder: karwijzaad even roosteren in droge koekenpan tot het geurig wordt, dan stampen in een vijzel.
• Serveertip: in elk bord een lepel zure room met wat gehakte peterselie.
• Alle Oost-Europese recepten van deze week staan verzameld op www.receptenmeldpunt.blogspot.com.
Verscheen eerder in: Trouw, 24 maart 2012
www.kokenmetkarin.nl
Loethe Olthuis van de Volkskrant riep alle collegakrantenkookschrijvers op om deze week aandacht te besteden aan een Oost-Europees recept voor een ludieke Polenreceptenmeldsite. Gezwind spoedde ik mij naar de supermarkt. Helaas, in het immer uitdijende pakjes- en zakjesschap schittert de Oost-Europese keuken door afwezigheid. Griekse Gyros, Marokkaanse Tajine, Argentijnse Beef Chimichurri, Mexicaanse Enchiladas, Amerikaanse Jambalaya, Chinese Kantonese kip, je kunt het zo exotisch niet verzinnen, of er bestaat een verhollandste poedervariant van. Het moge duidelijk zijn: wij Nederlanders eten graag thuis over de grens. Maar Pools? Bulgaars? Roemeens? Neen.
Gelukkig zie ik in een hoekje één enkele uitzondering: Hongaarse Goulashsoep. Die moet het dan maar worden, lente of geen lente. ‘Gulyás’ is oorspronkelijk een stevige soep van rund of schaap maar Honig doet het zuinigjes aan met sojabouillon plus 0,01% rundvleesextract. En dan toch ‘Extra krachtig van smaak’, mirakels! Vaak bevat de soep zowel blokjes aardappel als een speciaal soort pasta, maar dat lijkt me dubbelop. Paprika hoort er officieel niet in, alleen paprikapoeder, maar is wel zo gezellig. Overigens zweer ik bij gerookt paprikapoeder, pimentón, in kekke blikjes te koop in delicatessenwinkels en online. Niet Hongaars maar Spaans. Maar goed, we zijn toch één Europa? Nou dan.
Honig Hongaarse Goulashsoep
Samenstelling:
Bouillon (soja), groenten (tomaat, paprika, ui), deegwaar, tarwebloem, zetmeel, zout, geharde plantaardige olie, aroma’s (bevatten selderij), suiker, knoflook, specerijen (paprikapoeder, cayennepeper, komijnzaad, laurier, kruidnagel), plantaardig vet, kleurstof (E150c), gistextract, voedingszuur (citroenzuur), rundvleesextract 0,01%.
Zelf maken?
Nodig voor 4-6 personen:
500 g runder-riblappen
1 blik tomaten (400 ml)
1 liter runderbouillon
3 vastkokende aardappels
1 rode paprika
2 uien
2 knoflooktenen
2 afgestreken eetl paprikapoeder (mild/gerookt)
1 tl karwijzaad (kummel)
1 tl komijnpoeder (djinten)
½ tl cayennepeper
25 g boter
1 volle eetl bloem
Snipper de uien en de knoflook. Verhit de boter in een soeppan en fruit de ui zachtjes 5 minuten glazig, met op het laatst ook even de knoflook. Snij intussen het vlees in dobbelstenen en bestrooi met zout en peper. Schuif de ui opzij, doe het vlees in de pan en laat op hoog vuur al omscheppend een paar minuten aanbakken. Strooi paprikapoeder, karwij, komijn en cayenne erover, bak eventjes mee. Strooi de bloem erover, schep goed door. Doe het blik tomaten erbij en duw ze kapot met een lepel. Bouillon en wat zout erbij, breng aan de kook en laat met deksel op de pan heel zachtjes sudderen. Snij de geschilde aardappels in blokjes en de paprika in stukjes. Doe ze na anderhalf uur in de soep en laat dan nog eens 30 minuten zachtjes pruttelen.
TIPS:
• Vlees nooit ijskoud de pan in, maar een half uurtje van tevoren uit de koelkast halen.
• Verhit alvast de bouillon, dat scheelt tijd.
• Laat de soep heel zachtjes sudderen op de kleinste pit van het fornuis. Borrel-de-borrel? Zet er dan zo’n zwart warmhoudplaatje onder.
• Knoflook niet te lang meefruiten, dan kan hij bitter worden.
• Nog lekkerder: karwijzaad even roosteren in droge koekenpan tot het geurig wordt, dan stampen in een vijzel.
• Serveertip: in elk bord een lepel zure room met wat gehakte peterselie.
• Alle Oost-Europese recepten van deze week staan verzameld op www.receptenmeldpunt.blogspot.com.
Verscheen eerder in: Trouw, 24 maart 2012
www.kokenmetkarin.nl
Omfietsoosteuropeaan
Door: Nicolaas Klei
Het gaat hier niet over politiek, maar het moet me toch even van het hart dat ons staatshoofd, Geert de Wilde I, soms schromeloos overdrijft. Toen ik klein was, tóen gaven de Polen overlast. Zelfs zodanig dat ze met al hun buren achter een ijzeren gordijn moesten worden gehouden. En niks geen braaf burgermeldpunt; de baas van Amerika zat dag en nacht naast de rode knop om het tuig bij het minste gerucht een contingent kruisraketten in hun donder te jagen. Nuke the bastards! Dat was ferme taal.
Toch aten wij wel goulash in die dagen. Geen Hongaarse, natuurlijk. Echte Nederlandse. Mijn moeder maakte ragout, wat ze heel goed kon, en voegde daar op het laatst paprikapoeder en een blikje tomatenpuree aan toe. Later, in de vrijheid-blijheid jaren zeventig, kwamen er ook wel gebakken stukjes paprika bij kijken. Dat was toen ze PPR begon te stemmen.
Wijn uit het Oostblok gaf pas het decennium daarna last. Dunne dropmerlot uit Bulgarije burgerde in. Succesvol, want spotgoedkoop. Nu zijn er nog slechts zes Bulgaarse wijnen in Nederland te koop, die ieder jaar weer worden afgezeken door die vervelende omfietser van de Supermarktwijngids. Roemeense wijnen leiden hier een kwijnend bestaan, Poolse zijn er niet. Wel maakt Hof van Twente wijn van ingevoerde Poolse werkdruiven. Waarom is vooralsnog onbekend. Een Kamercommissie onderzoekt of hier sprake is van dubbele nationaliteit.
Ondertussen is zeker dat ook deze lente en zomer weer meer terrassen zullen worden veroverd door de www.imperialwijnkoperij.nl, heeft jaren moeten strijden voor ze uiteindelijk geaccepteerd werden. Samen met haar collega www.mirandabeems.nl maakt ze zich nu sterk voor de Hongaarse wijnen. Karaktervolle wijnen, wel vaak nogal straf en afstandelijk.
Maar kijk aan, de Oostenrijkse familie Weniger maakt sinds een tijdje ook wijnen vlak over de grens, in Hongarije. Soms wat knorrig, wel charmant. Vooral hun rokerige rode wijn van druif kékfrankos (die zich in Oostenrijk blaufränkisch noemt) bekoort me (€ 10,50 www.imperialwijnkoperij.nl).
Heerlijk bij bijvoorbeeld gulyás.
Het gaat hier niet over politiek, maar het moet me toch even van het hart dat ons staatshoofd, Geert de Wilde I, soms schromeloos overdrijft. Toen ik klein was, tóen gaven de Polen overlast. Zelfs zodanig dat ze met al hun buren achter een ijzeren gordijn moesten worden gehouden. En niks geen braaf burgermeldpunt; de baas van Amerika zat dag en nacht naast de rode knop om het tuig bij het minste gerucht een contingent kruisraketten in hun donder te jagen. Nuke the bastards! Dat was ferme taal.
Toch aten wij wel goulash in die dagen. Geen Hongaarse, natuurlijk. Echte Nederlandse. Mijn moeder maakte ragout, wat ze heel goed kon, en voegde daar op het laatst paprikapoeder en een blikje tomatenpuree aan toe. Later, in de vrijheid-blijheid jaren zeventig, kwamen er ook wel gebakken stukjes paprika bij kijken. Dat was toen ze PPR begon te stemmen.
Wijn uit het Oostblok gaf pas het decennium daarna last. Dunne dropmerlot uit Bulgarije burgerde in. Succesvol, want spotgoedkoop. Nu zijn er nog slechts zes Bulgaarse wijnen in Nederland te koop, die ieder jaar weer worden afgezeken door die vervelende omfietser van de Supermarktwijngids. Roemeense wijnen leiden hier een kwijnend bestaan, Poolse zijn er niet. Wel maakt Hof van Twente wijn van ingevoerde Poolse werkdruiven. Waarom is vooralsnog onbekend. Een Kamercommissie onderzoekt of hier sprake is van dubbele nationaliteit.
Ondertussen is zeker dat ook deze lente en zomer weer meer terrassen zullen worden veroverd door de www.imperialwijnkoperij.nl, heeft jaren moeten strijden voor ze uiteindelijk geaccepteerd werden. Samen met haar collega www.mirandabeems.nl maakt ze zich nu sterk voor de Hongaarse wijnen. Karaktervolle wijnen, wel vaak nogal straf en afstandelijk.
Maar kijk aan, de Oostenrijkse familie Weniger maakt sinds een tijdje ook wijnen vlak over de grens, in Hongarije. Soms wat knorrig, wel charmant. Vooral hun rokerige rode wijn van druif kékfrankos (die zich in Oostenrijk blaufränkisch noemt) bekoort me (€ 10,50 www.imperialwijnkoperij.nl).
Heerlijk bij bijvoorbeeld gulyás.
Rokerige Hongaren
Door: Nicolaas Klei
Toen ik klein was, was het Koude Oorlog. Er was een Berlijnse Muur, een IJzeren Gordijn, en veel atoombommen aan beide zijden. Dat was erg, maar als prettige bijkomstigheid kregen we James Bond, Tinker, Tailor, Soldier, Spy en andere thrillers over de strijd tussen oost en west.
Toch aten wij wel goulash in die dagen. Geen Hongaarse, natuurlijk. Echte Nederlandse. Mijn moeder maakte ragout, wat ze heel goed kon, en voegde daar op het laatst paprikapoeder en een blikje tomatenpuree aan toe. Later, in de vrijheid-blijheid jaren ’70, kwamen er ook wel gebakken stukjes paprika bij kijken. Dat was tijdens de komst van de knoflook, en toen ze PPR begon te stemmen.
Wijn uit het Oostblok gaf pas het decennium daarna last. Dunne dropmerlot uit Bulgarije burgerde in. Succesvol, want spotgoedkoop. Nu zijn er nog slechts zes Bulgaarse wijnen in Nederland te koop, die ieder jaar weer worden afgezeken door die vervelende omfietser van de Supermarktwijngids. Roemeense wijnen leiden hier een kwijnend bestaan, Poolse zijn er niet. In het land zelf ook nauwelijks. Wel maakt Hof van Twente wijn van ingevoerde Poolse werkdruiven. Waarom is vooralsnog onbekend.
Ondertussen is zeker dat ook deze lente en zomer weer meer terrassen zullen worden veroverd door de grüner veltliner. De eerste en lange tijd enige importeur van Oostenrijkse wijnen, Regina Meij van imperialwijnkoperij.nl, heeft jaren moeten strijden voor ze uiteindelijk geaccepteerd werden. Terecht. Ze hebben de frisheid van sauvignon, maar dan minder opdringerig. Inmiddels begint ook Oostenrijks rood bekend te raken. De Hema en bythegrape.com bieden bijvoorbeeld heerlijke fruitige peperige zweigelt voor een bescheiden prijs. Vrolijke, eigenwijze wijn. Iets koelen.
Samen met haar collega mirandabeems.nl maakt ze zich nu sterk voor de Hongaarse wijnen. Karaktervolle wijnen, wel vaak nogal straf en afstandelijk.
Maar kijk aan, de Oostenrijkse familie Weniger maakt sinds een tijdje ook wijnen vlak over de grens, in Hongarije. Soms wat knorrig, wel charmant. Vooral hun rokerige rode wijn van druif kékfrankos (die zich in Oostenrijk blaufränkisch noemt) bekoort me (€10,50, imperialwijnkoperij.nl).
Heerlijk bij bijvoorbeeld gulyás.
Stond eerder in AD, 24 maart 2012
Toen ik klein was, was het Koude Oorlog. Er was een Berlijnse Muur, een IJzeren Gordijn, en veel atoombommen aan beide zijden. Dat was erg, maar als prettige bijkomstigheid kregen we James Bond, Tinker, Tailor, Soldier, Spy en andere thrillers over de strijd tussen oost en west.
Toch aten wij wel goulash in die dagen. Geen Hongaarse, natuurlijk. Echte Nederlandse. Mijn moeder maakte ragout, wat ze heel goed kon, en voegde daar op het laatst paprikapoeder en een blikje tomatenpuree aan toe. Later, in de vrijheid-blijheid jaren ’70, kwamen er ook wel gebakken stukjes paprika bij kijken. Dat was tijdens de komst van de knoflook, en toen ze PPR begon te stemmen.
Wijn uit het Oostblok gaf pas het decennium daarna last. Dunne dropmerlot uit Bulgarije burgerde in. Succesvol, want spotgoedkoop. Nu zijn er nog slechts zes Bulgaarse wijnen in Nederland te koop, die ieder jaar weer worden afgezeken door die vervelende omfietser van de Supermarktwijngids. Roemeense wijnen leiden hier een kwijnend bestaan, Poolse zijn er niet. In het land zelf ook nauwelijks. Wel maakt Hof van Twente wijn van ingevoerde Poolse werkdruiven. Waarom is vooralsnog onbekend.
Ondertussen is zeker dat ook deze lente en zomer weer meer terrassen zullen worden veroverd door de grüner veltliner. De eerste en lange tijd enige importeur van Oostenrijkse wijnen, Regina Meij van imperialwijnkoperij.nl, heeft jaren moeten strijden voor ze uiteindelijk geaccepteerd werden. Terecht. Ze hebben de frisheid van sauvignon, maar dan minder opdringerig. Inmiddels begint ook Oostenrijks rood bekend te raken. De Hema en bythegrape.com bieden bijvoorbeeld heerlijke fruitige peperige zweigelt voor een bescheiden prijs. Vrolijke, eigenwijze wijn. Iets koelen.
Samen met haar collega mirandabeems.nl maakt ze zich nu sterk voor de Hongaarse wijnen. Karaktervolle wijnen, wel vaak nogal straf en afstandelijk.
Maar kijk aan, de Oostenrijkse familie Weniger maakt sinds een tijdje ook wijnen vlak over de grens, in Hongarije. Soms wat knorrig, wel charmant. Vooral hun rokerige rode wijn van druif kékfrankos (die zich in Oostenrijk blaufränkisch noemt) bekoort me (€10,50, imperialwijnkoperij.nl).
Heerlijk bij bijvoorbeeld gulyás.
Stond eerder in AD, 24 maart 2012
Klein Zakopane in Giesbeek
Door: De Dames
Wie meer wil, krijgt gewoon nog een schep extra
,,Noem eens een Pools gerecht?” De dames kijken elkaar lange tijd aan. ,,Bietensoep,” zegt de een aarzelend. ,,Echt? Dat is toch Russisch?”
Het is duidelijk: de Poolse keuken maakt weinig in ons wakker.
Gelukkig is er Klein Zakopane restauracja polska, in Giesbeek. Dit restaurant wordt sinds elf jaar gedreven door een Poolse dame, die nota bene vorig jaar is uitgeroepen tot Poolse onderneemster van het jaar. Zij serveert overheerlijke zakaski, pierogi en placek en dat wij daar nog nooit van hebben gehoord, ligt echt aan ons.
Haar restaurant is ingericht als een landelijke berghut, met stoere meubels en Pools houtsnijwerk. Er branden kaarsen, er hangt een hertengeweitje aan de muur en als het even meezit ontvangt de Poolse Sophie in haar gasten in traditionele klederdracht. Jammer voor ons, maar mevrouw is net een weekje met vakantie als wij komen. Ze kan dat met een gerust hart doen, want ze wordt vervangen door een allerliefste Giesbeekse, die van de hoed en de Poolse rand weet en ons de hele avond goed in de gaten houdt.
Van wijn uit Polen kan helaas geen sprake zijn, maar bij het bordje van het huis krijgen we wel een glaasje wodka met karamel: that’s the spirit. Het smaakt prima bij het zuurdesembrood met Poolse augurken en smout. Dat laatste klinkt misschien Pools, maar is gewoon een Hollands smeersel van varkensvet met kaantjes. De toon is gezet: we stevenen af op een fikse maaltijd (hoewel er ook een sympathiek en bescheiden seniorenmenu is voor €17,50).
De roggebloemsoep met worst en ei (€4,50) wordt geserveerd in een charmant kookpotje dat boven een waxinelichtje bengelt: een krachtige, lichtgebonden bouillon die we tot op de laatste druppel oplepelen. De keus voor schapenkaas van de grill met rozenbotteljam (€ 6,95) is ook snel gemaakt, want waar eet je dat nu? Drie plakken gerookte kaas worden gebracht op een plat, gietijzeren pannetje dat onder de grill is vandaan komt, waardoor de kaas licht gesmolten is. Een soort mix tussen raclette en steengrill. Met jam? Ach, in de fijnste restaurants serveren ze bij de kaas tegenwoordig toch ook een potje zoet?
We gaan ondertussen door met bigos, dé Poolse zuurkoolschotel met tomatenpuree, vlees en kruiden (€6,95). Zoals een goede zuurkool betaamt, is dit gerecht het gezicht van de kok, en smaakt dus overal anders. Die van Klein Zakopane is sappig en zacht, licht zoet en wij proeven zelfs kardemom! De portie wordt opgediend in een rechthoekig ovenschoteltje en is opvallend bescheiden, maar dat bevalt ons wel. En wie meer wil, krijgt gewoon nog een schep extra. Het tweede hoofdgerecht is pierogi, een soort oosterse dumplings. De gevulde deegpakketjes, in de vorm van een half maantje, zijn eerst gekookt en dan even gebakken. Wij eten ze met een zachte vulling van paddenstoelen en zuurkool (€11,50).
De toetjes zijn niet per se Pools, dus houden we het bij koffie met slagroom en een Poolse likeur, en thee met citroen. En wat krijgen we daarbij? Poolse pindarotsjes.
Klein Zakopane, Kerkstraat 55, Giesbeek, 0313 632928 Wij betaalden €45 voor twee.
Stond eerder in: AD, 24 maart 2012
Wie meer wil, krijgt gewoon nog een schep extra
,,Noem eens een Pools gerecht?” De dames kijken elkaar lange tijd aan. ,,Bietensoep,” zegt de een aarzelend. ,,Echt? Dat is toch Russisch?”
Het is duidelijk: de Poolse keuken maakt weinig in ons wakker.
Gelukkig is er Klein Zakopane restauracja polska, in Giesbeek. Dit restaurant wordt sinds elf jaar gedreven door een Poolse dame, die nota bene vorig jaar is uitgeroepen tot Poolse onderneemster van het jaar. Zij serveert overheerlijke zakaski, pierogi en placek en dat wij daar nog nooit van hebben gehoord, ligt echt aan ons.
Haar restaurant is ingericht als een landelijke berghut, met stoere meubels en Pools houtsnijwerk. Er branden kaarsen, er hangt een hertengeweitje aan de muur en als het even meezit ontvangt de Poolse Sophie in haar gasten in traditionele klederdracht. Jammer voor ons, maar mevrouw is net een weekje met vakantie als wij komen. Ze kan dat met een gerust hart doen, want ze wordt vervangen door een allerliefste Giesbeekse, die van de hoed en de Poolse rand weet en ons de hele avond goed in de gaten houdt.
Van wijn uit Polen kan helaas geen sprake zijn, maar bij het bordje van het huis krijgen we wel een glaasje wodka met karamel: that’s the spirit. Het smaakt prima bij het zuurdesembrood met Poolse augurken en smout. Dat laatste klinkt misschien Pools, maar is gewoon een Hollands smeersel van varkensvet met kaantjes. De toon is gezet: we stevenen af op een fikse maaltijd (hoewel er ook een sympathiek en bescheiden seniorenmenu is voor €17,50).
De roggebloemsoep met worst en ei (€4,50) wordt geserveerd in een charmant kookpotje dat boven een waxinelichtje bengelt: een krachtige, lichtgebonden bouillon die we tot op de laatste druppel oplepelen. De keus voor schapenkaas van de grill met rozenbotteljam (€ 6,95) is ook snel gemaakt, want waar eet je dat nu? Drie plakken gerookte kaas worden gebracht op een plat, gietijzeren pannetje dat onder de grill is vandaan komt, waardoor de kaas licht gesmolten is. Een soort mix tussen raclette en steengrill. Met jam? Ach, in de fijnste restaurants serveren ze bij de kaas tegenwoordig toch ook een potje zoet?
We gaan ondertussen door met bigos, dé Poolse zuurkoolschotel met tomatenpuree, vlees en kruiden (€6,95). Zoals een goede zuurkool betaamt, is dit gerecht het gezicht van de kok, en smaakt dus overal anders. Die van Klein Zakopane is sappig en zacht, licht zoet en wij proeven zelfs kardemom! De portie wordt opgediend in een rechthoekig ovenschoteltje en is opvallend bescheiden, maar dat bevalt ons wel. En wie meer wil, krijgt gewoon nog een schep extra. Het tweede hoofdgerecht is pierogi, een soort oosterse dumplings. De gevulde deegpakketjes, in de vorm van een half maantje, zijn eerst gekookt en dan even gebakken. Wij eten ze met een zachte vulling van paddenstoelen en zuurkool (€11,50).
De toetjes zijn niet per se Pools, dus houden we het bij koffie met slagroom en een Poolse likeur, en thee met citroen. En wat krijgen we daarbij? Poolse pindarotsjes.
Klein Zakopane, Kerkstraat 55, Giesbeek, 0313 632928 Wij betaalden €45 voor twee.
Stond eerder in: AD, 24 maart 2012
Gulyás met Csipetke
Door: De Vrije Koe
Gulyás is geen brij-achtige substantie, maar eerder een soort soep, althans het Hongaarse origineel. En zo heeft het accent op de "a" niks te maken met de klemtoon, maar met het feit dat het een lange a-klank betreft. Dit recept is heel origineel Hongaars, een familierecept van Ildikó.
* 300 - 400 gram doorregen runderlappen
* 4 uien
* 1 eetlepel rode paprikapoeder (zoet en liefst Hongaars)
* marjoraan naar smaak
* 2 tomaten
* 1 gele paprika of 2 Hongaarse gele paprika's, in kleine stukjes
* 1 - 2 vastkokende aardappelen, in dobbbelsteentjes
Voor de Csipetke
* 1 ei
* 100 gram bloem
* water
Het vlees in dobbelsteentjes van 1 cm snijden, afdeppen en zouten. De ui snipperen en fruiten in voldoende reuzel of zonnebloemolie. Het paprikapoeder toevoegen om te myoteren (warm laten worden zodat het optimaal smaak afgeeft), niet laten verbranden. Zodra het aroma van de paprika vrijkomt, het vlees erbij doen. Het vuur laag draaien en wachten tot het meeste vocht weg is. Dan wat marjoraan erbij, warm water toevoegen tot het vlees nagenoeg onderstaat en dan 1,5 uur laten sudderen. Dan tomaat, paprika en aardappel toevoegen, extra water erbij (het moet immers een soort soep worden) en nog een half uur laten sudderen. Op smaak brengen met zout.
Csipetke
Hongaren eten bij de gulyás graag een soort pasta met de naam csipethe ze maken die meestal met behulp van een speciale lepel, maar we gaan er van uit dat u die niet heeft.
Vermeng de bloem met het ei, een beetje water en wat zout tot een een elastisch deeg ontstaat. Is het deeg te droog, voeg dan water toe. Blijft het plakkerig, neem dan wat extra bloem. Rol het in plastic en plaats het minimaal een half uur in de koeling. Maak met twee vingers kleine stukjes van het deeg. Rol de stukjes tijdens het maken even door een laagje bloem, De stukjes gaan in een pan met kokend water waaraan voldoende zout is toegevoegd. Na 6-10 minuten zijn ze klaar en kunnen ze in of bij de soep. Ze kunnen overigens ook in de soep worden gekookt.
Tip: De gulyás wordt vooral lekker bij gebruik van vlees dat mooi gemarmerd is zoals van de blaarkop of de hereford. Het is niet per se noodzakelijk om een Hongaars grijs rund te gebruiken.
staat ook op devrijekoe.blogspot.com
verscheen op 201 maart 2012
Pindzur uit Macedonië
Door: Antoinette Coops
Koken zonder intoleranties
Deze week kreeg ik een wat allergische reactie toen ik las wat de reden was tot oprichting van het Receptenmeldpunt .
Italiaanse toestanden in de Nederlandse Keukenpers?
Met jeukende handjes ging ik over tot actie in la cucina.
Bulgaren en Roemenen zijn dat nou Zuid- of Oost-Europeanen? Daar kun je over van mening verschillen. En hoe zit het dan met Macedoniërs? Ach, ik ben ervan overtuigd dat de heer Wilders er geen problemen mee heeft deze landen over één Oost-Europese kam te scheren. Bovendien, Macedonië valt dan nog niet onder de EU, ze staan mooi wel te trappelen om toe te treden.
Met vooruitziende blik en omdat ik graag gebruik wat ik in huis heb, hierbij een zeer vermeldenswaardig Oost-Europees recept van onze sympathieke gaste aan tafel, Maja uit Strumica, Macedonië. Samen maakten we het volgende voor jullie klaar:
Ingrediënten en bereiding
2 aubergines, ongeveer 850 gram
4 rode puntpaprika's, ongeveer een pond
2 groene paprika's, ongeveer een pond
4 dikke tenen knoflook, fijngehakt
1 flinke tak platte peterselie, fijngehakt
zout en peper
2 - 2,5 dl zonnebloemolie
Alle ingrediënten zijn verkrijgbaar bij de Turk.
Was en droog de aubergine's en paprika's en gril ze een minuut of 25 in de op maximale stand voorverwarmde oven, zo dicht mogelijk onder de gril.
Haal de gebruinde groente uit de oven en laat die een minuut of 10 in een zak rusten en afkoelen. Verwijder de steel en de schil van de groenten en haal de zaadjes van de paprika's voorzichtig weg. Maal de groenten grof in de keukenmachine, gebruik geen keukenpers.
Doe de olie in de pan en voeg paprika, aubergine, knoflook, peterselie met peper en zout naar smaak toe. Bak de groenten op laag vuur ongeveer een kwartier.
Pindzur heeft een zachte smeuïge basis met rode en groene hoogtepuntjes. Lekker bij gegrild vlees en worst, of op brood.
Had ik trouwens al aangegeven dat mijn Italiaanse man werkt voor een Nederlands bedrijf? Maar goed, hij is een Zuid-Europeaan en die mogen wel banen inpikken van Nederlanders.
Of niet soms?
Verscheen eerder op http://kokenmetantoinette.blogspot.it/, 23 maart 2012
Koken zonder intoleranties
Deze week kreeg ik een wat allergische reactie toen ik las wat de reden was tot oprichting van het Receptenmeldpunt .
Italiaanse toestanden in de Nederlandse Keukenpers?
Met jeukende handjes ging ik over tot actie in la cucina.
Bulgaren en Roemenen zijn dat nou Zuid- of Oost-Europeanen? Daar kun je over van mening verschillen. En hoe zit het dan met Macedoniërs? Ach, ik ben ervan overtuigd dat de heer Wilders er geen problemen mee heeft deze landen over één Oost-Europese kam te scheren. Bovendien, Macedonië valt dan nog niet onder de EU, ze staan mooi wel te trappelen om toe te treden.
Met vooruitziende blik en omdat ik graag gebruik wat ik in huis heb, hierbij een zeer vermeldenswaardig Oost-Europees recept van onze sympathieke gaste aan tafel, Maja uit Strumica, Macedonië. Samen maakten we het volgende voor jullie klaar:
Ingrediënten en bereiding
2 aubergines, ongeveer 850 gram
4 rode puntpaprika's, ongeveer een pond
2 groene paprika's, ongeveer een pond
4 dikke tenen knoflook, fijngehakt
1 flinke tak platte peterselie, fijngehakt
zout en peper
2 - 2,5 dl zonnebloemolie
Alle ingrediënten zijn verkrijgbaar bij de Turk.
Was en droog de aubergine's en paprika's en gril ze een minuut of 25 in de op maximale stand voorverwarmde oven, zo dicht mogelijk onder de gril.
Haal de gebruinde groente uit de oven en laat die een minuut of 10 in een zak rusten en afkoelen. Verwijder de steel en de schil van de groenten en haal de zaadjes van de paprika's voorzichtig weg. Maal de groenten grof in de keukenmachine, gebruik geen keukenpers.
Doe de olie in de pan en voeg paprika, aubergine, knoflook, peterselie met peper en zout naar smaak toe. Bak de groenten op laag vuur ongeveer een kwartier.
Pindzur heeft een zachte smeuïge basis met rode en groene hoogtepuntjes. Lekker bij gegrild vlees en worst, of op brood.
Had ik trouwens al aangegeven dat mijn Italiaanse man werkt voor een Nederlands bedrijf? Maar goed, hij is een Zuid-Europeaan en die mogen wel banen inpikken van Nederlanders.
Of niet soms?
Verscheen eerder op http://kokenmetantoinette.blogspot.it/, 23 maart 2012
vrijdag 23 maart 2012
Sloveense supertoet
Door: Loethe Olthuis
Ik eet bijna nooit toetjes. Thuis zeker niet. Als ik uit eten ga is een voorafje fijn, en wat daarna natuurlijk en eventueel een stukje kaas, als er nog een gaatje over is. En heel, héél misschien nog een bonbonnetje bij de koffie, van die biologische Australians bijvoorbeeld maar daar kun je me ook om vier uur ‘s morgens voor wakker maken. Een toetje? Mmmwah.
Want een goed toetje –dessert is een onsmakelijk horecawoord- is zeldzaam. Vaak is ’t fabrieksijs, weeïge nepmousse, opgespoten cake of iets trendy geknutselds. Maar een écht toetje is eerlijk. Een cadeautje dat in één klap al je zoet- en vethunkeringen vervult en waar je nog dagenlang van nadroomt, als van een fantastische vrijpartij. Pure, langzaam door je mond smeltende chocolademousse bijvoorbeeld. Crème brulée, met knisperlaagje. Frambozentaart met witte chocolade of van kaneel dampende appeltaart met een lobbig roombeekje, Britse bread-and-butter pudding en, goddelijk! Sticky toffeepudding. ´s Zomers rijpe aardbeien met slagroom, en oké, een echt verse fruitsalade kán, mits er buiten kolonies mussen van het dak vallen. Maar alsjeblieft, alsjeblieft niks ‘verantwoords’. Magers. Of erger: ‘light’. Heel óngezond onder het mom van gezond, zoals de in bindmiddelen, kunstaroma’s en zoetstoffen gedrenkte yoghurtjes in de supermarkt. Het schijnt zelfs zo te zijn dat je lichaam na het eten van zoetstoffen voortdurend naar suiker blijft verlangen, omdat de verwachting van zoet wordt gewekt, maar niet waargemaakt.
In groen Slovenië, waar de keukens van Italië en Oost-Europa van elkaar houden, at ik hrvatica, een onuitsprekelijk supertoetje. Gek genoeg benadert vlaaivulling de originele saus nog het meest, maar zelf maken kan natuurlijk ook.
Hrvatica (brood-kwarkpudding met warme kersen, voor 6)
80 g rozijnen
ca. 100 ml grappa (of andere sterke drank van 40%)
3 sneden oud (casino)brood, zonder korstjes
200 g magere kwark
200 g mascarpone
200 g ricotta
snufje zout
5 eetl. witte basterdsuiker
1 blik vlaaivulling kersen (Jonker Fris, netto 430 g)
Week de rozijnen minstens 2 uur in 50 ml grappa. Laat ze uitlekken, vang de grappa op en vul weer aan tot 50 ml. Rooster de boterhammen, laat afkoelen en verkruimel ze (keukenmachine of handen). Roer kwark, mascarpone, ricotta, zout en 3 eetl. suiker door elkaar en meng daarna met de broodkruimels en rozijnen. Laat het mengsel afgedekt een dag in de koelkast opstijven. Kersensaus: verwarm de vlaaivulling met 2 eetl. suiker op laag vuur, roer af en toe. Meng er op het laatst de grappa door en laat even doorwarmen. Schep de hrvatica met een ijsbolletjeslepel op borden en geef de warme kersensaus erbij.
Verscheen eerder in De Volkskrant, 8 april 2011
Ik eet bijna nooit toetjes. Thuis zeker niet. Als ik uit eten ga is een voorafje fijn, en wat daarna natuurlijk en eventueel een stukje kaas, als er nog een gaatje over is. En heel, héél misschien nog een bonbonnetje bij de koffie, van die biologische Australians bijvoorbeeld maar daar kun je me ook om vier uur ‘s morgens voor wakker maken. Een toetje? Mmmwah.
Want een goed toetje –dessert is een onsmakelijk horecawoord- is zeldzaam. Vaak is ’t fabrieksijs, weeïge nepmousse, opgespoten cake of iets trendy geknutselds. Maar een écht toetje is eerlijk. Een cadeautje dat in één klap al je zoet- en vethunkeringen vervult en waar je nog dagenlang van nadroomt, als van een fantastische vrijpartij. Pure, langzaam door je mond smeltende chocolademousse bijvoorbeeld. Crème brulée, met knisperlaagje. Frambozentaart met witte chocolade of van kaneel dampende appeltaart met een lobbig roombeekje, Britse bread-and-butter pudding en, goddelijk! Sticky toffeepudding. ´s Zomers rijpe aardbeien met slagroom, en oké, een echt verse fruitsalade kán, mits er buiten kolonies mussen van het dak vallen. Maar alsjeblieft, alsjeblieft niks ‘verantwoords’. Magers. Of erger: ‘light’. Heel óngezond onder het mom van gezond, zoals de in bindmiddelen, kunstaroma’s en zoetstoffen gedrenkte yoghurtjes in de supermarkt. Het schijnt zelfs zo te zijn dat je lichaam na het eten van zoetstoffen voortdurend naar suiker blijft verlangen, omdat de verwachting van zoet wordt gewekt, maar niet waargemaakt.
In groen Slovenië, waar de keukens van Italië en Oost-Europa van elkaar houden, at ik hrvatica, een onuitsprekelijk supertoetje. Gek genoeg benadert vlaaivulling de originele saus nog het meest, maar zelf maken kan natuurlijk ook.
Hrvatica (brood-kwarkpudding met warme kersen, voor 6)
80 g rozijnen
ca. 100 ml grappa (of andere sterke drank van 40%)
3 sneden oud (casino)brood, zonder korstjes
200 g magere kwark
200 g mascarpone
200 g ricotta
snufje zout
5 eetl. witte basterdsuiker
1 blik vlaaivulling kersen (Jonker Fris, netto 430 g)
Week de rozijnen minstens 2 uur in 50 ml grappa. Laat ze uitlekken, vang de grappa op en vul weer aan tot 50 ml. Rooster de boterhammen, laat afkoelen en verkruimel ze (keukenmachine of handen). Roer kwark, mascarpone, ricotta, zout en 3 eetl. suiker door elkaar en meng daarna met de broodkruimels en rozijnen. Laat het mengsel afgedekt een dag in de koelkast opstijven. Kersensaus: verwarm de vlaaivulling met 2 eetl. suiker op laag vuur, roer af en toe. Meng er op het laatst de grappa door en laat even doorwarmen. Schep de hrvatica met een ijsbolletjeslepel op borden en geef de warme kersensaus erbij.
Verscheen eerder in De Volkskrant, 8 april 2011
Jaren-zeventig-Goulash
Door: Tallina van den Hoed
Ik weet niet eens meer precies waar we waren, maar we waren niet thuis. Waren we een weekend weg? Ergens geweest en te laat weg gegaan om nog thuis te eten? Was het in Nederland? Of waren we in het buitenland? Ik weet het niet meer. Maar ik zal niet ouder zijn geweest dan een jaar of negen.
Uit eten. Altijd leuk. We deden dat vaker, en ik realiseerde me toen niet dat dat best bijzonder is, als je als kind gemiddeld eens per twee weken uit eten gaat. Dat hoort er gewoon bij,vond ik. En uit eten is altijd lekker.
De kaart was redelijk onbekend voor me. Allerlei vage pittige grill-vlees-dingen, daar had ik geen trek in. Maar toen: goulash! Maar dat is lekker!
“Die wil ik” zei ik tegen mijn vader.
‘Weet je dat zeker?’ Hij fronste. ‘Dat smaakt anders dan hoe je moeder het maakt hoor!’
Zelfs toen was ik al eigenwijs. ‘Wat kan je nou verpesten aan goulash?’ dacht ik nog. Goed dan, dan kreeg ik wat ik wilde. Goulash.
Mijn vader had gelijk. Het smaakte niet zoals thuis. Het leek er niet eens op. Het was walgelijk. Dikke oranje-paarse-prut, met taai vlees, en het plakte aan mijn verhemelte. Mijn broer zag mijn geschokte uitdrukking en barstte in lachen uit. En nee, ik mocht geen frietje van zijn bord en ook geen stukje vlees. Als hij klaar was, en er was nog wat over, dan wel, maar nu niet. ‘Hate to say I told you so’ straalde van mijn vaders gezicht. Gelukkig mocht ik bij hem wel frietjes pikken. En bij mijn moeder ook.Mijn buikje kwam vol, maar mijn bord niet leeg. Bleh.
Het is dat ik niet meer weet welk restaurant het waar was. Anders zou ik ze alsnog, zo’n 25 jaar later, mailen hoe je mijn moeders lekkere goulash maakt.
Zo doe je dat::
Een pond varkensstoofvlees en een pond runderstoofvlees. Zout en peper en 2 eetlepels paprikapoeder erop, olie goed heet laten worden en het vlees mooi aanbakken. Doe dat beetje bij beetje, anders wordt het niet bruin. 3 grote uien en 3 tenen (of 5 teentjes) knoflook erbij. Bakken. Afblussen met een glas rode wijn. Daarna 2 rode en 1 groene gesnipperde paprika erbij. Twee blikken gepelde tomaten en een blikje tomatenpuree erin. Een theelepel komijnpoeder, 1 eetlepel kerrie en een half theelepeltje chilipoeder erbij. Een flinke scheut zoete ketjap erdoor, en een halve soepkom diepvriesdoperwtjes.
Aan de kook brengen, vuur laag en een paar uur laten sudderen. Eten met rijst.
Verscheen eerder op Trouw.nl, 31 augustus 2010
Ik weet niet eens meer precies waar we waren, maar we waren niet thuis. Waren we een weekend weg? Ergens geweest en te laat weg gegaan om nog thuis te eten? Was het in Nederland? Of waren we in het buitenland? Ik weet het niet meer. Maar ik zal niet ouder zijn geweest dan een jaar of negen.
Uit eten. Altijd leuk. We deden dat vaker, en ik realiseerde me toen niet dat dat best bijzonder is, als je als kind gemiddeld eens per twee weken uit eten gaat. Dat hoort er gewoon bij,vond ik. En uit eten is altijd lekker.
De kaart was redelijk onbekend voor me. Allerlei vage pittige grill-vlees-dingen, daar had ik geen trek in. Maar toen: goulash! Maar dat is lekker!
“Die wil ik” zei ik tegen mijn vader.
‘Weet je dat zeker?’ Hij fronste. ‘Dat smaakt anders dan hoe je moeder het maakt hoor!’
Zelfs toen was ik al eigenwijs. ‘Wat kan je nou verpesten aan goulash?’ dacht ik nog. Goed dan, dan kreeg ik wat ik wilde. Goulash.
Mijn vader had gelijk. Het smaakte niet zoals thuis. Het leek er niet eens op. Het was walgelijk. Dikke oranje-paarse-prut, met taai vlees, en het plakte aan mijn verhemelte. Mijn broer zag mijn geschokte uitdrukking en barstte in lachen uit. En nee, ik mocht geen frietje van zijn bord en ook geen stukje vlees. Als hij klaar was, en er was nog wat over, dan wel, maar nu niet. ‘Hate to say I told you so’ straalde van mijn vaders gezicht. Gelukkig mocht ik bij hem wel frietjes pikken. En bij mijn moeder ook.Mijn buikje kwam vol, maar mijn bord niet leeg. Bleh.
Het is dat ik niet meer weet welk restaurant het waar was. Anders zou ik ze alsnog, zo’n 25 jaar later, mailen hoe je mijn moeders lekkere goulash maakt.
Zo doe je dat::
Een pond varkensstoofvlees en een pond runderstoofvlees. Zout en peper en 2 eetlepels paprikapoeder erop, olie goed heet laten worden en het vlees mooi aanbakken. Doe dat beetje bij beetje, anders wordt het niet bruin. 3 grote uien en 3 tenen (of 5 teentjes) knoflook erbij. Bakken. Afblussen met een glas rode wijn. Daarna 2 rode en 1 groene gesnipperde paprika erbij. Twee blikken gepelde tomaten en een blikje tomatenpuree erin. Een theelepel komijnpoeder, 1 eetlepel kerrie en een half theelepeltje chilipoeder erbij. Een flinke scheut zoete ketjap erdoor, en een halve soepkom diepvriesdoperwtjes.
Aan de kook brengen, vuur laag en een paar uur laten sudderen. Eten met rijst.
Verscheen eerder op Trouw.nl, 31 augustus 2010
Bulgaarse salade
Door: Loethe Olthuis
Crimineel lekkere Oost-Europese uien
Er is natuurlijk al veel te veel aandacht aan besteed, aan die mafkezerige Polenwebsite. Zeg nou zelf, dat Wilders voortdurend onzindingen beweert en waarschijnlijk meer frustraties en complexen heeft dan alle psychologen en therapeuten bij elkaar kunnen verzinnen, is toch niks nieuws? Gewoon sussend ‘goed hoor, Geertje’ zeggen, hem een glaasje ranja aanbieden en vervolgens straal negeren, dat lijkt me de beste oplossing: wat dat betreft doet Rutte het misschien nog niet zó slecht, wat zijn beweegredenen ook zijn.
Maar goed, hoewel elk woord er eentje teveel is, ben ik toch al begonnen met dit stukje. De directe aanleiding was de ingezonden brief van de ambassadeurs uit Oost-Europese landen, die de Volkskrant vorige week publiceerde. Bij lezing schaamde ik me plaatsvervangend zo hevig, dat ik mezelf bezwoer deze week een Oost-Europees recept in de Volkskeuken te zetten- en kijk, ik bleek zelfs een voor ‘je-weet-nooit’ aangeschaft, intrigerend Bulgaars kookboekje in de kast te hebben staan met onweerstaanbare recepten als zelnik, spinazie-kaaspastei ‘from the town of Samokov’, kavarma, gemarineerd, in wijn gestoofd everzwijn ‘from the town of Troyan’ en lyutenitsa, zoete rode pepersaus ‘from Assenovgrad’. En die arme Bulgaren hier maar bliksoep van Unox eten.
Bovendien is mijn huis elke week smetteloos schoon dankzij twee Bulgaarse dames, de liefheid en eerlijkheid zelve. En krijg ik mijn post van een Oost-Europeaan (getrouwd met een Marokkaanse!) die zelfs bij min tien, als Pool van Jan de Wit, de fiets neemt. Kortom: schaam je, Geertje. En sorry. Voor dit -erg lekkere- Bulgaarse recept ben je nog niet groot genoeg.
Sjalot met walnoten en olijven uit Koprivshtitsa (voor 4)
500 g sjalotjes, gepeld, gehalveerd
ca. 3 eetl. goede olijfolie
100 g lekkere zwarte olijven, uitgelekt, gehalveerd
60 g gepelde walnoten, in stukjes
2 eetl. citroensap
Verwarm de oven voor op 200 ºC. Meng de sjalothelften met de olijfolie en een flinke snuf zout in een lage ovenschaal en zet ze 30 minuten in het midden van de oven, schep halverwege om. Meng de olijven erdoor en laat de uitjes in nog ca. 15 minuten zacht en iets bruin worden. Rooster intussen de walnoten in een droge koekenpan op laag vuur iets bruin terwijl je roert met een houten lepel. Meng eerst het citroensap en daarna de walnoten door het uienmengsel en breng op smaak met zout en versgemalen peper. In Bulgarije eten ze dit koud als salade, maar ik vind warm nog lekkerder, vooral bij een biologisch karbonaadje en spruitjes.
Verscheen eerder in De Volkskrant, 24 februari 2012
Crimineel lekkere Oost-Europese uien
Er is natuurlijk al veel te veel aandacht aan besteed, aan die mafkezerige Polenwebsite. Zeg nou zelf, dat Wilders voortdurend onzindingen beweert en waarschijnlijk meer frustraties en complexen heeft dan alle psychologen en therapeuten bij elkaar kunnen verzinnen, is toch niks nieuws? Gewoon sussend ‘goed hoor, Geertje’ zeggen, hem een glaasje ranja aanbieden en vervolgens straal negeren, dat lijkt me de beste oplossing: wat dat betreft doet Rutte het misschien nog niet zó slecht, wat zijn beweegredenen ook zijn.
Maar goed, hoewel elk woord er eentje teveel is, ben ik toch al begonnen met dit stukje. De directe aanleiding was de ingezonden brief van de ambassadeurs uit Oost-Europese landen, die de Volkskrant vorige week publiceerde. Bij lezing schaamde ik me plaatsvervangend zo hevig, dat ik mezelf bezwoer deze week een Oost-Europees recept in de Volkskeuken te zetten- en kijk, ik bleek zelfs een voor ‘je-weet-nooit’ aangeschaft, intrigerend Bulgaars kookboekje in de kast te hebben staan met onweerstaanbare recepten als zelnik, spinazie-kaaspastei ‘from the town of Samokov’, kavarma, gemarineerd, in wijn gestoofd everzwijn ‘from the town of Troyan’ en lyutenitsa, zoete rode pepersaus ‘from Assenovgrad’. En die arme Bulgaren hier maar bliksoep van Unox eten.
Bovendien is mijn huis elke week smetteloos schoon dankzij twee Bulgaarse dames, de liefheid en eerlijkheid zelve. En krijg ik mijn post van een Oost-Europeaan (getrouwd met een Marokkaanse!) die zelfs bij min tien, als Pool van Jan de Wit, de fiets neemt. Kortom: schaam je, Geertje. En sorry. Voor dit -erg lekkere- Bulgaarse recept ben je nog niet groot genoeg.
Sjalot met walnoten en olijven uit Koprivshtitsa (voor 4)
500 g sjalotjes, gepeld, gehalveerd
ca. 3 eetl. goede olijfolie
100 g lekkere zwarte olijven, uitgelekt, gehalveerd
60 g gepelde walnoten, in stukjes
2 eetl. citroensap
Verwarm de oven voor op 200 ºC. Meng de sjalothelften met de olijfolie en een flinke snuf zout in een lage ovenschaal en zet ze 30 minuten in het midden van de oven, schep halverwege om. Meng de olijven erdoor en laat de uitjes in nog ca. 15 minuten zacht en iets bruin worden. Rooster intussen de walnoten in een droge koekenpan op laag vuur iets bruin terwijl je roert met een houten lepel. Meng eerst het citroensap en daarna de walnoten door het uienmengsel en breng op smaak met zout en versgemalen peper. In Bulgarije eten ze dit koud als salade, maar ik vind warm nog lekkerder, vooral bij een biologisch karbonaadje en spruitjes.
Verscheen eerder in De Volkskrant, 24 februari 2012
Bigosch
Door: Lizet Kruyff
Al vanaf de jaren tachtig heb ik braaf recepten gescheurd uit het Duitse damesblad Brigitte. Er zaten van die handige receptenkaarten in, met voor ons toen heel gewaagde receptuur. Heb dat zo'n jaar of tien gedaan en de boel op een gegeven moment netjes gesorteerd in een klapper gedaan. Geeft nu een mooi beeld van de Duitse eetcultuur in de jaren tachtig. Opvallend in die tijd voor Duitsland zijn de gerechten van over de grens. Belgische Savoyekool, Japanse, Chinese en Indiase visrecepten, Griekse, Turske en Franse lamsgerechten en ga zo maar door. Ook het Poolse nationale gerecht Bigosch ontbreekt niet. Hoe je het moet eten op 18e eeuwse wijze wordt er zelfs bij verteld: Neem een stuk brood in de linkerhand. Vis met een vork een stuk hardware uit de soepterrine, laat die op het brood uitlekken en verorber hem dan. Daarna eet je het brood op.
Bigosch
Dit heb je nodig voor vier personen: 100 gram mager spek, 500 gram varkensvlees, 150 gram ui, 2 knoflooktenen, 100 gram tomatenpuree, 1/2 theelepel kummel, zoete paprikapoeder, 1 laurierblad, oregano, zout, 1 kilo witte kool, 125 gram knoflookworst,1 liter witte wijn, 500 gram gemengde paddenstoelen, peper.
En zo doe je het: Bak de spekjes uit in een pan. Braad er de blokjes varkensvlees in aan en laat de ui en knoflook tien minuten meebakken. Haal de pan van het vuur. Voeg tomatenpuree, kruiderij en een kopje water toe. Laat het toegedekt tien minuten smoren. Kuis de kool en snijd hem in stukken, snijd de worst in plakjes. Doe kool en worst en witte wijn nu in de stoofpot. Roer goed door en zet hem met deksel in een warme oven om hem een uur te laten garen. Doe de laatste tien minuten de paddenstoelen erbij. Maak af op smaak met peper en zout.
Per persoon: 995 Kcal. Geschikt om in te vriezen, drie maanden houdbaar.
Wat er niet bij staat, maar handig is om te weten of te bedenken: Bak je spek en vlees en - gesnipperde - ui en knoflook in de grote stoofpot aan, of doe je dat eerst even apart in een koekenpan? Niet bij alle specerijen en kruiden staan hoeveelheden. Ik ga er van uit dat hier ook een halve theelepel wordt bedoeld, maar je moet zulks natuurlijk naar eigen smaak en inzicht gebruiken. Over de wijn wordt geen advies gegeven. Zelf bedenken. Rijnwijn, is dat wat? Of juist een Franse? Of een Oostenrijkse? Je kunt natuurlijk ook gewoon groentebouillon nemen. Dat heb ik gedaan, ik vond een liter witte wijn wel veel. Je kunt altijd met de paddenstoelen een glaasje witte wijn toevoegen op het laatst en de rest van de fles bij de maaltijd nuttigen. Het originele recept rept van een blikje gemengde paddenstoelen. Dat doen we natuurlijk niet, we nemen verse. Of gedroogde. In het laatste geval kun je ze laten weken in een glaasje wijn. Het lastigste ingrediënt is de Poolse knoflookworst. Te verkrijgen bij de Poolse heimweewinkel als je geluk hebt. Anders gewoon een Frans worstje. Of een worstje van een bevriende zelfworster.
Stond eerder op: http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl/, 23 maart 2012
Tsjechische honingtaart
Door Hermus & Zandstra
De wereld was overzichtelijk verdeeld in Oost en West, Ronald Reagan was nog net aan de macht in de VS, Gorbatsjov nog net niet in de Sovjet-Unie, en wij trokken naar Tsjecho-Slowakije voor een vakantie. Met in de rugzak pakken koffie voor de tante van een gevluchte Tsjech, wat subversieve literatuur én het voornemen de ondergrondse politieke wereld van Praag te ontdekken.
Uiteindelijk – we waren jong – belandden we op feestjes met mooie Praagse meiden, en op een camping bij het fraaie middeleeuwse stadje Cesky Krumlov. In het lokale restaurant aten we een rommelige stoofvleesschotel, dronken veel bier en vulden de maag af met medovnik, de traditionele Tsjechische honingtaart. Onvergetelijk.
Nagerecht, voor 8 à 10 personen
Voor het deeg: 250 gram zelfrijzend bakmeel; 20 gram koek- of speculaaskruiden; 200 gram boter; 700 gram suiker; 75 gram honing; 2 eieren; snufje zout.
Voor de crème: 2,5 deciliter melk; 2 grote eetlepels vanillepuddingpoeder; 150 gram poedersuiker; 150 gram boter; 80 gram gemalen walnoten. Extra: vloeibare honing.
Doe alle ingrediënten voor het deeg bij elkaar. Kneed dooreen tot er een samenhangende deegbal ontstaat. Laat het deeg een half uur op een koele plaats rusten. Maak intussen van melk en vanillepuddingpoeder een pudding zoals op de verpakking staat beschreven. Meng noten, poedersuiker en boter. Voeg de afgekoelde pudding erbij.
Maak van de deegbal zes ballen. Bekleed de bodem van een springvorm van 24 centimeter doorsnee met bakpapier. Rol elke bal uit op een met bloem bestoven aanrecht tot de maat van de springvorm. Bak de zes plakken deeg goudbruin in een voorverwarmde oven op 150° Celsius (circa 12 minuten). Laat afkoelen en krokant worden.
Besmeer de eerste plak met crème en lepel er wat honing overheen. Leg de volgende plak erop en herhaal de werkwijze tot er een plak overblijft. Verkruimel die laatste plak en voeg gemalen noten toe. Besmeer de zij- en bovenkant van de taart met het restant crème. Doe de kruimels op de taart, verdeel ze over de bovenkant en alles wat er af valt, plak je tegen de zijkant. Laat de taart even rusten alvorens te serveren.
Verscheen eerder in Het Dagblad van het Noorden, 23 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
De wereld was overzichtelijk verdeeld in Oost en West, Ronald Reagan was nog net aan de macht in de VS, Gorbatsjov nog net niet in de Sovjet-Unie, en wij trokken naar Tsjecho-Slowakije voor een vakantie. Met in de rugzak pakken koffie voor de tante van een gevluchte Tsjech, wat subversieve literatuur én het voornemen de ondergrondse politieke wereld van Praag te ontdekken.
Uiteindelijk – we waren jong – belandden we op feestjes met mooie Praagse meiden, en op een camping bij het fraaie middeleeuwse stadje Cesky Krumlov. In het lokale restaurant aten we een rommelige stoofvleesschotel, dronken veel bier en vulden de maag af met medovnik, de traditionele Tsjechische honingtaart. Onvergetelijk.
Nagerecht, voor 8 à 10 personen
Voor het deeg: 250 gram zelfrijzend bakmeel; 20 gram koek- of speculaaskruiden; 200 gram boter; 700 gram suiker; 75 gram honing; 2 eieren; snufje zout.
Voor de crème: 2,5 deciliter melk; 2 grote eetlepels vanillepuddingpoeder; 150 gram poedersuiker; 150 gram boter; 80 gram gemalen walnoten. Extra: vloeibare honing.
Doe alle ingrediënten voor het deeg bij elkaar. Kneed dooreen tot er een samenhangende deegbal ontstaat. Laat het deeg een half uur op een koele plaats rusten. Maak intussen van melk en vanillepuddingpoeder een pudding zoals op de verpakking staat beschreven. Meng noten, poedersuiker en boter. Voeg de afgekoelde pudding erbij.
Maak van de deegbal zes ballen. Bekleed de bodem van een springvorm van 24 centimeter doorsnee met bakpapier. Rol elke bal uit op een met bloem bestoven aanrecht tot de maat van de springvorm. Bak de zes plakken deeg goudbruin in een voorverwarmde oven op 150° Celsius (circa 12 minuten). Laat afkoelen en krokant worden.
Besmeer de eerste plak met crème en lepel er wat honing overheen. Leg de volgende plak erop en herhaal de werkwijze tot er een plak overblijft. Verkruimel die laatste plak en voeg gemalen noten toe. Besmeer de zij- en bovenkant van de taart met het restant crème. Doe de kruimels op de taart, verdeel ze over de bovenkant en alles wat er af valt, plak je tegen de zijkant. Laat de taart even rusten alvorens te serveren.
Verscheen eerder in Het Dagblad van het Noorden, 23 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
Silezische fusionkip
Door: Loethe Olthuis
Lekker eten en drinken? Vergeet Frankrijk of Italië. Ga naar het oosten! Naar Tsjechië bijvoorbeeld, waar ik in Plzen, bij ons tot ‘Pilsen’ verbasterd, zoetjes aangeschoten door het beste bier ter wereld heftig heb gezoend aan de voet van de 102 meter hoge St. Bartholomeustoren, op exáct dezelfde plek waar mijn moeder vele decennia eerder de eerste kussen uitwisselde met haar grote liefde: een zestienjarige Tsjech (mijn vader verscheen pas jaren later in beeld). Of naar Slovenië, waar ik met uitzicht op de Middellandse Zee een verslavende paddenstoelenrisotto at met meer truffel erin dan fatsoenlijk is. Of kom naar Bratislava: daar krijg je voor het astronomische bedrag van € 1,50 in de loge van de opera, tussen versleten fluweel en glanzendnieuwe stemmen, Slowaakse champagne en kaviaar. En in Moravië-Silezië, waar de oude steenkoolmijnen nu Werelderfgoed zijn, de Donau weer blauw is, je terug in de tijd stapt in verlaten mijnwerkersdorpen en op dorpsfeesten waar iedereen je mokken kruidig bier en vuistdikke broodjes geroosterd speenvarken aanbiedt, at ik notige boekweitpasta bij verrukkelijke kip en paprikazuurkool. Mijn eigen Silezisch-Pools-fusiongerecht, vertelde de kok trots.
Laat de zuurkool uitlekken in een vergiet en snijd hem grof. Verhit een scheut olijfolie in een braadpan en bak de spekblokjes op hoog vuur tot alle vocht is verdwenen. Draai het vuur laag, voeg ui en knoflook toe en bak nog ca. 5 minuten tot het spek iets is uitgebakken. Voeg de zuurkool, wijn en paprikapoeder toe en laat 5 minuten stoven met het deksel op de pan. Spoel intussen de bonen af in een vergiet onder de kraan en laat ze uitlekken. Doe ze bij de zuurkool, schep om, voeg zonodig nog een scheutje wijn toe en laat nog ca. 10 minuten zachtjes stoven. Verhit intussen een gulle klont boter met een scheut olijfolie in een koeken- of braadpan. Bestrooi de kipfilets rondom met kruidenzout en bak ze op laag tot middelhoog vuur rondom bruin en nèt gaar. Neem ze uit de pan, schep de braadjus door de zuurkool en snijd de filets in plakken. Leg ze op de zuurkool en maal er wat peper over.
Zuurkool met witte bonen en kip (2 tot 3 personen)
500 g wijnzuurkool
boter, olijfolie
100 g spekblokjes
1 flinke ui, gesnipperd
1 teen knoflook, gehakt
ca. 100 ml witte wijn
ca. 3 theel. milde paprikapoeder of pimentón (gerookte Spaanse paprika)
1 pot witte bonen (netto 350 g)
3-4 biologische kipdijfilets
kruidenzout, peper
Verscheen eerder in De Volkskrant, 23 maart 2012
Lekker eten en drinken? Vergeet Frankrijk of Italië. Ga naar het oosten! Naar Tsjechië bijvoorbeeld, waar ik in Plzen, bij ons tot ‘Pilsen’ verbasterd, zoetjes aangeschoten door het beste bier ter wereld heftig heb gezoend aan de voet van de 102 meter hoge St. Bartholomeustoren, op exáct dezelfde plek waar mijn moeder vele decennia eerder de eerste kussen uitwisselde met haar grote liefde: een zestienjarige Tsjech (mijn vader verscheen pas jaren later in beeld). Of naar Slovenië, waar ik met uitzicht op de Middellandse Zee een verslavende paddenstoelenrisotto at met meer truffel erin dan fatsoenlijk is. Of kom naar Bratislava: daar krijg je voor het astronomische bedrag van € 1,50 in de loge van de opera, tussen versleten fluweel en glanzendnieuwe stemmen, Slowaakse champagne en kaviaar. En in Moravië-Silezië, waar de oude steenkoolmijnen nu Werelderfgoed zijn, de Donau weer blauw is, je terug in de tijd stapt in verlaten mijnwerkersdorpen en op dorpsfeesten waar iedereen je mokken kruidig bier en vuistdikke broodjes geroosterd speenvarken aanbiedt, at ik notige boekweitpasta bij verrukkelijke kip en paprikazuurkool. Mijn eigen Silezisch-Pools-fusiongerecht, vertelde de kok trots.
Laat de zuurkool uitlekken in een vergiet en snijd hem grof. Verhit een scheut olijfolie in een braadpan en bak de spekblokjes op hoog vuur tot alle vocht is verdwenen. Draai het vuur laag, voeg ui en knoflook toe en bak nog ca. 5 minuten tot het spek iets is uitgebakken. Voeg de zuurkool, wijn en paprikapoeder toe en laat 5 minuten stoven met het deksel op de pan. Spoel intussen de bonen af in een vergiet onder de kraan en laat ze uitlekken. Doe ze bij de zuurkool, schep om, voeg zonodig nog een scheutje wijn toe en laat nog ca. 10 minuten zachtjes stoven. Verhit intussen een gulle klont boter met een scheut olijfolie in een koeken- of braadpan. Bestrooi de kipfilets rondom met kruidenzout en bak ze op laag tot middelhoog vuur rondom bruin en nèt gaar. Neem ze uit de pan, schep de braadjus door de zuurkool en snijd de filets in plakken. Leg ze op de zuurkool en maal er wat peper over.
Zuurkool met witte bonen en kip (2 tot 3 personen)
500 g wijnzuurkool
boter, olijfolie
100 g spekblokjes
1 flinke ui, gesnipperd
1 teen knoflook, gehakt
ca. 100 ml witte wijn
ca. 3 theel. milde paprikapoeder of pimentón (gerookte Spaanse paprika)
1 pot witte bonen (netto 350 g)
3-4 biologische kipdijfilets
kruidenzout, peper
Verscheen eerder in De Volkskrant, 23 maart 2012
Vissoep op mijn vaders wijze
Door: Johannes van Dam
Als mijn vader klaar was met het schoonmaken en het fileren van de vis, bewaarde hij de kop, de ruggengraat en de staarten. Daarvan ging hij bouillon trekken voor de vissoep.
Kop, staarten en ruggengraat van een 1 grote vis (vraag het uw visboer) 1 grote wortel 1 grote ui 2 knoflook teentjes, 6 tomaten 4 grote aardappels peterselie laurierblaadjes citroen zeezout en zwarte peper.
Doe de kop, ruggengraat en de staarten in een ruime pan, voeg koud water, de laurierblaadjes en een plakje citroen toe. Breng het water aan de kook en laat de bouillon 15 - 20 minuten zachtjes sudderen. Schep de viskop, staarten, ruggengraat, laurierblaadjes en het plakje citroen uit de bouillon. Snijd de wortelen in plakjes, de ui in ringen en de aardappels in schijfjes of blokjes en doe alles in de pan. Laat alles zachtjes koken. Voordat de aardappels gaar zijn voeg je de tomaten en de peterselie toe. Schep in diepe borden, serveer met zelfgebakken brood en kruidenboter.
Voor de kruidenboter: peterselie grof zeezout 3 teentjes knoflook rasp van 1 citroen
1 theelepel citroensap 250 gr. ongezouten boter op kamertemperatuur
Pers het knoflook of stamp het fijn in een vijzel samen met het grove zeezout. Rasp de schil van 1 citroen er bovenop en knip de peterselie blaadjes. Voeg de boter toe en meng totdat alle ingrediënten goed zijn opgenomen in de boter. Voeg een druppeltje citroensap toe als de boter te “dik” aanvoelt.
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond eerder in: Het Parool, 23 maart 2012
Als mijn vader klaar was met het schoonmaken en het fileren van de vis, bewaarde hij de kop, de ruggengraat en de staarten. Daarvan ging hij bouillon trekken voor de vissoep.
Kop, staarten en ruggengraat van een 1 grote vis (vraag het uw visboer) 1 grote wortel 1 grote ui 2 knoflook teentjes, 6 tomaten 4 grote aardappels peterselie laurierblaadjes citroen zeezout en zwarte peper.
Doe de kop, ruggengraat en de staarten in een ruime pan, voeg koud water, de laurierblaadjes en een plakje citroen toe. Breng het water aan de kook en laat de bouillon 15 - 20 minuten zachtjes sudderen. Schep de viskop, staarten, ruggengraat, laurierblaadjes en het plakje citroen uit de bouillon. Snijd de wortelen in plakjes, de ui in ringen en de aardappels in schijfjes of blokjes en doe alles in de pan. Laat alles zachtjes koken. Voordat de aardappels gaar zijn voeg je de tomaten en de peterselie toe. Schep in diepe borden, serveer met zelfgebakken brood en kruidenboter.
Voor de kruidenboter: peterselie grof zeezout 3 teentjes knoflook rasp van 1 citroen
1 theelepel citroensap 250 gr. ongezouten boter op kamertemperatuur
Pers het knoflook of stamp het fijn in een vijzel samen met het grove zeezout. Rasp de schil van 1 citroen er bovenop en knip de peterselie blaadjes. Voeg de boter toe en meng totdat alle ingrediënten goed zijn opgenomen in de boter. Voeg een druppeltje citroensap toe als de boter te “dik” aanvoelt.
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond eerder in: Het Parool, 23 maart 2012
donderdag 22 maart 2012
Hongaarse basilicumsoep
Door: Lizet Kruyff
In mijn collectie onbegrijpelijke kookboeken zit er ook een over de keuken van Pannonië, nu een stukje Hongarije (en Oostenrijk). Heeft zijn naam te danken aan de tijd dat het een Romeinse provincie was.
Wat is er onbegrijpelijk aan het kookboekje? Dat het in dit land terecht is gekomen. Vakantiecadeautje of souvenir? Relatiegeschenk uit de hotelbranche of reiswereld? Vakbondsuitje? Het boekje stamt uit 1988, en het heeft iets te maken met de Pannónia Hotelketen uit Hongarije. En dat is in die tijd beslist Oostblokkië, nu dus een MOE-land. De bouwstijl van het hotel is heel erg Oostblokkië.
Vandaag een recept van chefkok Lajos Sebestyén. Een man die veel prijzen won en medailles en internationale bekendheid geniet of genoot.
Deze soep is echt iets voor Pasen. Want met ei. En fleurig groen.
Koude Basilicumsoep
voor 5 personen
Dit heb je nodig; 8 dl heldere bouillon van mager rundvlees (of groentebouillon), 40 gram basilicum, 20 gram (rijst)bloem, 1,5 dl witte wijn, 1 dl room, zout en witte peper naar smaak, 1/2 citroen, 10 kwarteleitjes, 1 grote tomaat.
En zo doe je het: Breng de geklaarde bouillon met de helft van de basilicum aan de kook. Roer de bloem los in de witte wijn en giet het spul door een zeef in de kokende bouillon. Filter het geheel en laat het afkoelen. Roer er als de boel koud is de room door. Hak de resterende basilicumblaadjes fijn en roer ze door de soep. Breng op smaak met zout, witte wijn en witte peper.
In de tussentijd heb je de kwarteleitjes hard gekookt en gepeld. Haal de dooier eruit. Hak het wit in blokjes. Hak de gepelde en ontpitte tomaat ook in blokjes. Doe ei en tomaatblokjes in een soepkom. Giet er de koude basilicumsoep over. Versier iedere kom met een spetter slagroom en een basilicumblaadje.
Ik gebruik gewoon kippeneieren hoor. Dat scheelt een hoop gepriegel. En ik ben zo'n barbaar die het verschil tussen het eiwit van een kwartelei en een kippenei in de soep niet echt proeft. Als het nou om een fazantenei ging....
Het plaatje komt uit het boek maar heeft niets met het gerecht te maken. Gewoon Hongaars keukenplezier.
Verscheen eerder op www.landentuinbouw.spinazieacademie.nl
Tokaj Aszu met blauwschimmel
Door Hermus & Zandstra
Haalden we deze week toch bijna De Wereld Draait Door. 'We' is in dit geval een vijftiental culinaire schrijvers, dat voor diverse kranten een week over Midden- en Oost-Europese gerechten zou schrijven. Een zacht beschavingsoffensief tegen het Polenmeldpunt van de heer G. W. te V.
Ironisch dat Loethe Olthuis, initiatiefneemster van de actie en schrijvend voor onder meer de Volkskrant, niet hoefde aan te schuiven bij Matthijs van Nieuwkerk, omdat plotseling Hero Brinkman de Grote Geert afviel en dus interessanter tv-materiaal was dan drie handenvol culinisten. Brinkman, die dat Polenmeldpunt zelf ook maar niks vond.
Olthuis werd voor haar actie teruggefloten door haar hoofdredactie, wat ook gold voor de culinaire schrijvers van NRC en Algemeen Dagblad. Want eten en politiek gaat toch niet samen…? Wij zouden zeggen: dat gaat uitstekend samen! Denk aan het Van Agt-Wiegel diner in Des Indes, de vrolijke braspartijen van Boris Jeltsin met zijn buitenlandse gasten, de bacchanalen van de Romeinse keizers en hun senatoren.
Enfin, terug in ons hok gaan we vandaag voor Hongaars. Voor vloeibaar Hongaars. Neem bijvoorbeeld de wijnen van Somló, een vulkanische puist ten noordwesten van het Balatonmeer. Daar dronken we zo ongeveer gestold lava uit ons glas. Fraaie, diepsmakende witte wijnen van de lokale juhfark-druif en de iets minder lokale furmint (beide onder anderen geïmporteerd door Miranda Beems, zie www.wijnadvies.com). Smaakte fantastisch bij de snoekbaars uit het meer.
Maar als we het hebben over écht goddelijk vloeibaar, dan hebben we het over de Tokaj Aszu, de zoete wijn van edel verrotte druiven. Zoet in verschillende gradaties: kijk naar het aantal kuipjes (puttonyos) op het etiket. Drie is zoet, zes is erg zoet. En dan heb je nog de ultieme droom: de Tokaji Eszencia, een jamachtig, stroperig goedje dat je bijna eerder kauwt dan drinkt. Heerlijk bij blauwschimmelkaas, waardoor met een vork wat olijfolie en bieslook is geprakt.
Langdurig nagerecht, voor enkele personen
1 fles Tokaj Aszu of Eszencia (0,375 liter); een stuk blauwschimmelkaas; wat bieslook; extra vergine olijfolie.
Verscheen eerder in Het Dagblad van het Noorden, 22 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
Haalden we deze week toch bijna De Wereld Draait Door. 'We' is in dit geval een vijftiental culinaire schrijvers, dat voor diverse kranten een week over Midden- en Oost-Europese gerechten zou schrijven. Een zacht beschavingsoffensief tegen het Polenmeldpunt van de heer G. W. te V.
Ironisch dat Loethe Olthuis, initiatiefneemster van de actie en schrijvend voor onder meer de Volkskrant, niet hoefde aan te schuiven bij Matthijs van Nieuwkerk, omdat plotseling Hero Brinkman de Grote Geert afviel en dus interessanter tv-materiaal was dan drie handenvol culinisten. Brinkman, die dat Polenmeldpunt zelf ook maar niks vond.
Olthuis werd voor haar actie teruggefloten door haar hoofdredactie, wat ook gold voor de culinaire schrijvers van NRC en Algemeen Dagblad. Want eten en politiek gaat toch niet samen…? Wij zouden zeggen: dat gaat uitstekend samen! Denk aan het Van Agt-Wiegel diner in Des Indes, de vrolijke braspartijen van Boris Jeltsin met zijn buitenlandse gasten, de bacchanalen van de Romeinse keizers en hun senatoren.
Enfin, terug in ons hok gaan we vandaag voor Hongaars. Voor vloeibaar Hongaars. Neem bijvoorbeeld de wijnen van Somló, een vulkanische puist ten noordwesten van het Balatonmeer. Daar dronken we zo ongeveer gestold lava uit ons glas. Fraaie, diepsmakende witte wijnen van de lokale juhfark-druif en de iets minder lokale furmint (beide onder anderen geïmporteerd door Miranda Beems, zie www.wijnadvies.com). Smaakte fantastisch bij de snoekbaars uit het meer.
Maar als we het hebben over écht goddelijk vloeibaar, dan hebben we het over de Tokaj Aszu, de zoete wijn van edel verrotte druiven. Zoet in verschillende gradaties: kijk naar het aantal kuipjes (puttonyos) op het etiket. Drie is zoet, zes is erg zoet. En dan heb je nog de ultieme droom: de Tokaji Eszencia, een jamachtig, stroperig goedje dat je bijna eerder kauwt dan drinkt. Heerlijk bij blauwschimmelkaas, waardoor met een vork wat olijfolie en bieslook is geprakt.
Langdurig nagerecht, voor enkele personen
1 fles Tokaj Aszu of Eszencia (0,375 liter); een stuk blauwschimmelkaas; wat bieslook; extra vergine olijfolie.
Verscheen eerder in Het Dagblad van het Noorden, 22 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
De definitie van rood vlees
Door: Marcus Huibers
‘Vleeseters mogen dan hufters zijn, ze gaan gelukkig eerder dood’, zo opende Hans van Maanen zijn cursiefje in de wetenschapsbijlage van afgelopen zaterdag. Het zijn barre tijden, vleesvrienden. Vlees eten is niet alleen slecht voor de dieren en slecht voor het milieu, je gaat er ook nog eens eerder dood van. Vorige week was het weer raak, met koppen in de kranten dat rood vlees een verhoogd risico geeft op sterfte aan hart- en vaatziekte en kanker.
Maar waar hebben we het precies over? Hans van Maanen pakte de Amerikaanse studie erbij waar het nieuws op gebaseerd was, en rekende voor dat het allemaal wel meevalt, met die sterfte. Ik ga hier niet alle cijfers overtikken, maar deze conclusie zal ik u niet onthouden: als 200 vleeseters twintig jaar lang hun dagelijkse portie rood vlees laten slaan, doen 199 dat voor niks. Vlees eten mag dan abject zijn, bang voor enge ziektes hoef je dus niet te zijn.
Waar ik me wèl kapot van schrok is dat de onderzoekers bacon, hotdogs, varkensworst en salami ‘verwerkt rood vlees’ noemen. Pardon? Kijk, je mag van mij gerust een hekel aan vleeseters hebben, het is een vrij land nietwaar, maar om zoiets banaals als een hotdog tot ‘rood vlees’ te verheffen, een eretitel voorbehouden aan bloederige bief- en braadstukken, dat vind ik nou abject.
Vandaag een recept voor rood vlees. Niet vanwege de varkensschouder, maar vanwege de paprikapoeder die erin zit: Bulgaars zwijnengebraad.
Maak eerst de marinade: breng 1,5 liter water aan de kook met 7 dl witte wijn, de azijn, wortel, bleekselderij, 2 uien, knoflook, en laurier. Zet uit, en laat goed afkoelen. Snijd de varkensschouder in dikke plakken, en leg ze 12 uur of langer in de marinade.
Snipper 4 uien grof, bak ze met de rode peper, paprikapoeder en tijm in de boter, tien minuten op laag vuur, en roer goed. Haal het vlees uit de marinade, dep goed droog, en kruid met zout en peper. Bak het vlees in porties om en om bruin in olijfolie. Beleg het vlees met het uienmengsel, en leg de plakken tegen elkaar in een ingevette ovenschaal. Lepel er nog wat van de uien over, en bak 1 uur op 125 graden. Schenk na het eerste kwartier nog een glas witte wijn in de schaal. Serveren met kool of kropsla.
Marcus Huibers
Bulgaars zwijnengebraad (6-10 personen)
witte wijn (1 fles plus 1 glas)
5 dl azijn
3 wortels, in stukken
2 stengels bleekselderij, in stukken
6 uien
1 bol knoflook, door midden gesneden
3 blaadjes laurier
1,5 kilo biologische varkensschouder
2 rode pepers, fijn gehakt
2 el paprikapoeder
verse tijm
150 gram roomboter
peper en zout
Verscheen eerder in De Volkskrant, 22 maart 2012
‘Vleeseters mogen dan hufters zijn, ze gaan gelukkig eerder dood’, zo opende Hans van Maanen zijn cursiefje in de wetenschapsbijlage van afgelopen zaterdag. Het zijn barre tijden, vleesvrienden. Vlees eten is niet alleen slecht voor de dieren en slecht voor het milieu, je gaat er ook nog eens eerder dood van. Vorige week was het weer raak, met koppen in de kranten dat rood vlees een verhoogd risico geeft op sterfte aan hart- en vaatziekte en kanker.
Maar waar hebben we het precies over? Hans van Maanen pakte de Amerikaanse studie erbij waar het nieuws op gebaseerd was, en rekende voor dat het allemaal wel meevalt, met die sterfte. Ik ga hier niet alle cijfers overtikken, maar deze conclusie zal ik u niet onthouden: als 200 vleeseters twintig jaar lang hun dagelijkse portie rood vlees laten slaan, doen 199 dat voor niks. Vlees eten mag dan abject zijn, bang voor enge ziektes hoef je dus niet te zijn.
Waar ik me wèl kapot van schrok is dat de onderzoekers bacon, hotdogs, varkensworst en salami ‘verwerkt rood vlees’ noemen. Pardon? Kijk, je mag van mij gerust een hekel aan vleeseters hebben, het is een vrij land nietwaar, maar om zoiets banaals als een hotdog tot ‘rood vlees’ te verheffen, een eretitel voorbehouden aan bloederige bief- en braadstukken, dat vind ik nou abject.
Vandaag een recept voor rood vlees. Niet vanwege de varkensschouder, maar vanwege de paprikapoeder die erin zit: Bulgaars zwijnengebraad.
Maak eerst de marinade: breng 1,5 liter water aan de kook met 7 dl witte wijn, de azijn, wortel, bleekselderij, 2 uien, knoflook, en laurier. Zet uit, en laat goed afkoelen. Snijd de varkensschouder in dikke plakken, en leg ze 12 uur of langer in de marinade.
Snipper 4 uien grof, bak ze met de rode peper, paprikapoeder en tijm in de boter, tien minuten op laag vuur, en roer goed. Haal het vlees uit de marinade, dep goed droog, en kruid met zout en peper. Bak het vlees in porties om en om bruin in olijfolie. Beleg het vlees met het uienmengsel, en leg de plakken tegen elkaar in een ingevette ovenschaal. Lepel er nog wat van de uien over, en bak 1 uur op 125 graden. Schenk na het eerste kwartier nog een glas witte wijn in de schaal. Serveren met kool of kropsla.
Marcus Huibers
Bulgaars zwijnengebraad (6-10 personen)
witte wijn (1 fles plus 1 glas)
5 dl azijn
3 wortels, in stukken
2 stengels bleekselderij, in stukken
6 uien
1 bol knoflook, door midden gesneden
3 blaadjes laurier
1,5 kilo biologische varkensschouder
2 rode pepers, fijn gehakt
2 el paprikapoeder
verse tijm
150 gram roomboter
peper en zout
Verscheen eerder in De Volkskrant, 22 maart 2012
Groenteomelet
Door: Johannes van Dam
3-4 groene puntige paprika's
4 rijpe tomaten
1 ui
3 eieren
peterselie (optioneel)
witte kaas (optioneel)
zout & peper
1 eetlepel olie
Was de paprika’s, dep ze met keukenpapier en snijd het groene steeltje eraf. Maak de zaadhouder met het mes los, draai de opening van de paprika naar beneden en rol de paprika voorzichtig tussen je handen: de zaadjes laten nu gemakkelijk los. Snijd de paprika’s in mooie rondjes. Was de tomaten, dep ze droog met keukenpapier en snijd ze in schijfjes. Snijd de ui in kleine ringetjes. Klop de eieren los en voeg het zout en peper toe. Verhit de olie in een koekenpan, voeg eerst de ui, dan de paprika rondjes en vervolgens de tomaten schijfjes (ook het sap) en laat het geheel bakken onder voortdurend roeren. Als de paprika rondjes glazig en zacht zijn doe het eieren beslag erover. Wanneer de onderkant goed gebakken is draai de omelet om en bak tot die kant ook klaar is. Keer de omelet op een bord, rasp wat witte kaas erover en bestrooi met peterselie vlak voor het opdienen. Opeten, met brood natuurlijk!
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond eerder in Het Parool, 22 maart 2012
3-4 groene puntige paprika's
4 rijpe tomaten
1 ui
3 eieren
peterselie (optioneel)
witte kaas (optioneel)
zout & peper
1 eetlepel olie
Was de paprika’s, dep ze met keukenpapier en snijd het groene steeltje eraf. Maak de zaadhouder met het mes los, draai de opening van de paprika naar beneden en rol de paprika voorzichtig tussen je handen: de zaadjes laten nu gemakkelijk los. Snijd de paprika’s in mooie rondjes. Was de tomaten, dep ze droog met keukenpapier en snijd ze in schijfjes. Snijd de ui in kleine ringetjes. Klop de eieren los en voeg het zout en peper toe. Verhit de olie in een koekenpan, voeg eerst de ui, dan de paprika rondjes en vervolgens de tomaten schijfjes (ook het sap) en laat het geheel bakken onder voortdurend roeren. Als de paprika rondjes glazig en zacht zijn doe het eieren beslag erover. Wanneer de onderkant goed gebakken is draai de omelet om en bak tot die kant ook klaar is. Keer de omelet op een bord, rasp wat witte kaas erover en bestrooi met peterselie vlak voor het opdienen. Opeten, met brood natuurlijk!
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond eerder in Het Parool, 22 maart 2012
woensdag 21 maart 2012
Golumpki
Door Kay@kayotickitchen
One of my favorite recipes for Golumpki (stuffed cabbage rolls)
Directions:
I use roughly 10 to 12 cabbage leafs. Scald them in boiling water for a about a minute until they’re soft enough to bend but still firm and fresh green.
Chop the rest of the cabbage, a medium onion, half a red bell pepper and garlic.
Sautee it all along with a teaspoon curry powder and a teaspoon ginger root powder. Let the vegetable mixture cool off a bit and add it to one pound ground beef, along with and egg and one teaspoon salt (high blood pressure and a toddler prevent me from overusing salt, some will like to use more than this) and a pinch of pepper.
Mix well and form 10 to 12 rolls. Place a meat roll on top of each cabbage leaf, roll it up and fold the sides underneath.
Put them in a greased oven dish (I use a cast iron one, but then again I always use the cast iron one:) and bake for 40-45 minutes (350/400)
This tastes really well with steamed rice (I personally spike the moist that comes from the cabbage rolls with some sweet soy sauce and pour that over the rice), but since I don’t care for rice I more often serve creamed garlic and parsley mashed potatoes on the side, and that works extremely well.
Verscheen eerder op kayotickitchen.com, 1 augustus 2008
One of my favorite recipes for Golumpki (stuffed cabbage rolls)
Directions:
I use roughly 10 to 12 cabbage leafs. Scald them in boiling water for a about a minute until they’re soft enough to bend but still firm and fresh green.
Chop the rest of the cabbage, a medium onion, half a red bell pepper and garlic.
Sautee it all along with a teaspoon curry powder and a teaspoon ginger root powder. Let the vegetable mixture cool off a bit and add it to one pound ground beef, along with and egg and one teaspoon salt (high blood pressure and a toddler prevent me from overusing salt, some will like to use more than this) and a pinch of pepper.
Mix well and form 10 to 12 rolls. Place a meat roll on top of each cabbage leaf, roll it up and fold the sides underneath.
Put them in a greased oven dish (I use a cast iron one, but then again I always use the cast iron one:) and bake for 40-45 minutes (350/400)
This tastes really well with steamed rice (I personally spike the moist that comes from the cabbage rolls with some sweet soy sauce and pour that over the rice), but since I don’t care for rice I more often serve creamed garlic and parsley mashed potatoes on the side, and that works extremely well.
Verscheen eerder op kayotickitchen.com, 1 augustus 2008
Poolse Landdag op tafel
Door: Lizet Kruyff
Een ´Poolse Landdag´ wil zoveel zeggen als een wanordelijke vergadering. In de Middeleeuwen was er een regelmatig terugkerende vergadering van de Poolse adel, die de Poolse landdag werd genoemd. Jucht, genaamd, gekenmerkt dus door gekrakeel, verhitte discussies en weinig discipline. Deze naam werd aan een Pools visrecept geplakt. Achterom kwam de vraag of ik dat toch uit zo´n 18e-eeuws kookschriftje wilde plukken. We zouden het nu een ratjetoe noemen. Het is een zootje ongeregeld dus. De naam sluit prachtig aan bij het 18e eeuwse gevoel voor fantasienamen en humor in de keuken. Ik hertaal even:
Poolse Jucht
Een zootje watervis of allerhande kleine vis, heen en weer wat opgekookt met een weinig zout. Dan in een koperen schotel gelegd. Daar doe je een bierglas kookvocht van de vis bij en fijngehakte sjalotten, wat gemalen foelie, nootmuskaat en hele peperkorrels. Dit laat je koken tot de sjalotten bijna gaar zijn. Dan doe je er twee bierglazen Rijnwijn bij, wat fijngekruimelde beschuit, en flink wat boter en dan breng je het weer aan de kook. Schud het een beetje heen en weer af en toe en dien het op in een porseleinen schotel. Je doet er ook wat gepelde garnalen bij, peterselie en peterseliewortelen.
Ik heb dit recept nog nooit gemaakt, maar dit doe je met zoetwatervis (watervis), want die is in Polen zeer geliefd. Ik zou de boel niet zo lang laten koken nu en de sjalotten en specerijen direct meekoken in een thee-ei, zodat je het er later weer uit kunt vissen. Ook zou ik de peterseliewortel laten meetrekken. En ik zou er op het laatst de wijn en het beschuitkruim bij doen, en de boter vergeten. De vis is al vet genoeg. Op het laatst de bladpeterselie erbij en die porseleinen schotel is natuurlijk onmisbaar.
De kunst is een bevriende binnenwatervisser aan te spreken om aan een bonte verzameling zoetwatervis te komen. Aal, rietvoorn, zalm, snoek, baars, wat er maar is. Zo komt het gerecht aan zijn naam: een bonte verzameling. Van kleuren zou je zeggen dat ze 'vloeken'.
Stond eerder op: http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl, 22 maart 2012
Hongaarse kool
Door: Lizet Kruyff
Dit boekje met Hongaarse recepten kocht ik eens op de rommelmarkt in Bruchem. Helaas staat er geen jaartal in, maar het dateert uit de tijd dat een dergelijk boekje een gulden kostte. De spelling is ouderwetsch. Paprika is nog paprica.
De inleiding vertelt wat er anders is in het smaakpatroon: de met paprika bereide gerechten, de gekookte groenten en de gekookte nagerechten. De groente wordt altijd gesmoord in een roux met toevoeging van tomaat, room, paprika, en peterselie of dille. De groente is dan de hoofdschotel waar wel vlees in plakken bij wordt geserveerd, of worst, of sneetjes gepaneerd en gebakken brood.
Er is volop kool te krijgen, dus een recept voor witte kool met tomatensaus oftewel:
Paradicsomos kaposztafoezelek
(met een heleboel accenten erop, die hier altijd in Kapitein Haddockachtige vloeken veranderen)
Nodig: 1 witte kool, 2 pond tomaten, 50 gram vet (varken, gans, eend), 2 eetlepels tarwebloem, zout en suiker naar smaak, 2 dl room.
Bereiding: Maak de kool schoon, snijd haar in dunne reepjes, zout deze om het vocht eruit te trekken en laat ze een tijdje rusten.
Kook de tomaten met wat water en wrijf ze door een zeef.
Maak daarna in een pan met dikke bodem van de 2 eetlepels bloem en ede 50 gram vet een lichtgekleurde roux en voeg er de tomatenpuree bij.
Wring nu het vocht ui de kool, doe ze in de tomatensaus en laat ze daarin op een laag vuur gaar koken.
Geef er wat suiker naar smaak en - zo nodig - nog wat zout bij.
Meng er voor het opdienen de room bij en laat het gerecht even doorkoken.
Stond eerder op http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl, 28 september 2007
Onbekend, niet onbemind. Een Heiduken recept.
Door: Gereon de Leeuw
In de vijfde eeuw na Christus, vlak na de val van het Romeinse Rijk vestigden zich in het gebied dat wij nu Roemenië en Hongarije noemen nomadische volkeren van de steppen van Centraal Azië. De trek naar het Westen is dus niet nieuw. Op zoek naar weidegronden voor hun vee belandden de Magyaren in het centrale deel van Europa op de Puszta.
Heiduken (hajdú) waren veedrijvers, die over grote afstanden reisden met het vee. Een heiduk moest veel uithoudingsvermogen en kracht hebben. Zij beschermden het vee tegen roofdieren, rovers en bandieten.
Later werden deze bikkels ingezet als lijfwacht of soldaat tegen de Turkse invasie. Heiduken zijn vooral bekend om hun zwaarddansen. Hun werk op de Puszta vroeg dan ook om stevige kost.
Bijvoorbeeld een stevige zuurkoolschotel, hajdúkaposzta, vaak klaargemaakt in de typische ketel, die veel in Hongarije wordt gebruikt.
Nodig 4 personen:
2 flinke uien
60 g boter
olie
1 tl paprikapoeder
2 tenen knoflook
800 g gezouten varkensvlees of hamlappen
4 grote aardappelen
800 g zuurkool
4 dikke plakken gerookt spek
extra paprikapoeder
1 rode paprika in blokjes
1 tl tijm
Bereiding
Fruit de uien in hete boter, voeg de paprika poeder en knoflook toe. Let op dat de knoflook niet verbrandt. Voeg het gezouten varkensvlees* toe of hamlappen die een nacht in grof zout hebben gelegen en daarna zijn afgespoeld en gedroogd. Voeg water toe en breng aan de kook. Voeg, als het vlees halfgaar is, de geschilde aardappelen en zuurkool toe. Kook tot alles gaar is. Maak inkepingen in het gerookt spek en doop in wat paprikapoeder. Verdeel de zuurkool, vlees en aardappels over borden en zet de spek er dwars op, als soort kroontje. Bestrooi met tijm en garneer met wat verse rode paprikablokjes.
* let op dat als je sterk gezouten vlees koopt bij bijvoorbeeld een Bulgaarse of Poolse winkel, dat je het even in melk weekt.
Noot: gerecht geinspireerd op kookboek Hongaarse specialiteiten, uit de reeks Culinaria van Könemann, een mooi standaardwerk over culinair Hongarije. Historische informatie uit "a brief history of Hungary"
Stond eerder op: http://culidl.blogspot.com/, 20 maart 2012
Varkenshaas met pruimen
Door Hermus & Zandstra
Leon is onze Poolse huisschilder. Al twintig jaar in Nederland, officieel geregistreerd, maar zijn Nederlands laat nog een tikje te wensen over. Gelukkig lacht hij altijd gul en, belangrijker nog, hij schildert streeploos perfect.
Innig tevreden eet Leon tussen de middag zijn boterhammetje, dromend van de dagen dat hij met vrouw en kleinkinderen in zijn mooie huis in Plock naar de schepen op de traag stromende Wisla kijkt. Met zijn bammetje met varkenshaas en pruimencompote zien we hem zó al op de rivierdijk zitten.
Varkensvlees is het meest gegeten vlees in Polen. Onderstaand recept voor gemarineerde, met pruimen gevulde varkenshaas, de wieprzowina z suszonymi sliwkami, komt uit het boek De Poolse Keuken van Ewa Michalik (Veltman Uitgevers). Serveer er salade bij voor een lichte lunch.
Snij de varkenshaas overlangs bijna doormidden. Wrijf in met peper, zout en marjolein. Bestrooi met karwijzaad. Leg in een schaal, strooi de laurierblaadjes erover en schenk de wijn erbij. Dek de schaal af en zet 2 uur apart.
Verwarm de oven voor op 180° Celsius. Schenk de olie in een braadslee en laat hem heet worden in de oven.
Neem de varkenshaas uit de marinade. Verdeel de pruimen over de helft van het opengeklapte vlees. Vouw de andere helft eroverheen en bind de varkenshaas dicht met touw.
Leg de varkenshaas in de hete olie en zet hem in de oven, braad ongeveer een half uur tot hij gaar is; bestrijk af en toe met het vocht.
Neem het vlees uit de oven en laat afgedekt met aluminiumfolie 15 minuten rusten. Verwijder het touw en snij het vlees in plakken. Lepel het braadvocht erover en serveer meteen met een salade.
Lunchgerecht, voor 4 à 6 personen
1 varkenshaas (circa 1,5 kilo); halve theelepel gedroogde marjolein; 1 eetlepel karwijzaad; 4 à 5 laurierblaadjes; 6 eetlepels witte wijn; 2 eetlepels plantaardige olie; 225 gram voorgeweekte gedroogde pruimen, gehakt; zout; versgemalen zwarte peper.
Verscheen eerder in Het Dagblad van het Noorden, 21 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
Leon is onze Poolse huisschilder. Al twintig jaar in Nederland, officieel geregistreerd, maar zijn Nederlands laat nog een tikje te wensen over. Gelukkig lacht hij altijd gul en, belangrijker nog, hij schildert streeploos perfect.
Innig tevreden eet Leon tussen de middag zijn boterhammetje, dromend van de dagen dat hij met vrouw en kleinkinderen in zijn mooie huis in Plock naar de schepen op de traag stromende Wisla kijkt. Met zijn bammetje met varkenshaas en pruimencompote zien we hem zó al op de rivierdijk zitten.
Varkensvlees is het meest gegeten vlees in Polen. Onderstaand recept voor gemarineerde, met pruimen gevulde varkenshaas, de wieprzowina z suszonymi sliwkami, komt uit het boek De Poolse Keuken van Ewa Michalik (Veltman Uitgevers). Serveer er salade bij voor een lichte lunch.
Snij de varkenshaas overlangs bijna doormidden. Wrijf in met peper, zout en marjolein. Bestrooi met karwijzaad. Leg in een schaal, strooi de laurierblaadjes erover en schenk de wijn erbij. Dek de schaal af en zet 2 uur apart.
Verwarm de oven voor op 180° Celsius. Schenk de olie in een braadslee en laat hem heet worden in de oven.
Neem de varkenshaas uit de marinade. Verdeel de pruimen over de helft van het opengeklapte vlees. Vouw de andere helft eroverheen en bind de varkenshaas dicht met touw.
Leg de varkenshaas in de hete olie en zet hem in de oven, braad ongeveer een half uur tot hij gaar is; bestrijk af en toe met het vocht.
Neem het vlees uit de oven en laat afgedekt met aluminiumfolie 15 minuten rusten. Verwijder het touw en snij het vlees in plakken. Lepel het braadvocht erover en serveer meteen met een salade.
Lunchgerecht, voor 4 à 6 personen
1 varkenshaas (circa 1,5 kilo); halve theelepel gedroogde marjolein; 1 eetlepel karwijzaad; 4 à 5 laurierblaadjes; 6 eetlepels witte wijn; 2 eetlepels plantaardige olie; 225 gram voorgeweekte gedroogde pruimen, gehakt; zout; versgemalen zwarte peper.
Verscheen eerder in Het Dagblad van het Noorden, 21 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
Paprikasnoekbaars uit de oven
Door: Onno Kleyn
Duiken wij dan ook vandaag in de culinaire diepten van Midden- en Oost-Europa. Ik moet eerlijk bekennen dat mijn ervaring beperkt is; alleen Hongarije heeft mij driemaal binnen de grenzen gezien. Maar dat waren dan ook gedenkwaardige bezoeken. Niet alleen komt er gelukzalige wijn vandaan, ook de kokerij is een reisje waard. En als u gaat: ga eerst lekker een weekje vasten. Dat zult u na afloop trouwens ook nog moeten doen. Want liflafferig geknuts is schaars onder de Magyaren. Het is weliswaar alweer een jaar of tien geleden, maar het toen als ‘beste restaurant van Oost-Europa’ bekendstaande Gundel serveerde mij borden waar een eetcafé in Vlaardingen, Bladel of Wildervank zich niet voor had geschaamd. Quantity wise.
Hongarijes culinaire eigenheid is verbonden aan één ingrediënt: paprika. En dan bedoel ik niet de verse vrucht – die er overigens ook is – maar het poeder van gedroogde exemplaren, variërend van heel mild tot goed scherp. Hongaars paprikapoeder is verfijnder dan het Spaanse dat gebruikelijk onze supermarktpotjes bevolkt. Wie het kopen wil: HYPERLINK "http://www.lekkersuithongarije.nl" www.lekkersuithongarije.nl is je adres (ook voor al uw Hongaarse wijn-, worst-, paté- en noedelwensen). Neem voor dit recept ‘édesnemes’, edelzoete paprika, misschien aangevuld met wat ‘csipõs csemege’, die een krachtiger smaak heeft.
Vervolgens gooi ik rücksichtslos twee recepten door elkaar: dat voor paprikakip en voor snoekbaars met zure room. Die liggen toch al in elkaars verlengde. Snoekbaars, ‘fogas’, is de trots van het Balatonmeer. Oorspronkelijk kwam hij alleen in Oost-Europa en het stroomgebied van de Donau voor, maar eind 19e eeuw werd de vis bij ons uitgezet. Een overloper dus, en nog zonder paspoort ook, maar van hoge culinaire kwaliteit. Vervang hem als het moet door een andere witvis, kabeljauw, schelvis.
Zet de oven aan op 200 graden. Poets of was de champignonnetjes schoon, droog en sauteer een minuut of 3 in een lepel boter. Bestrooi met zout.
Zout de visfilets goed. Roer de beide romen los met de paprika, bloem en wat zout. Vet een ovenschaal in met boter en leg de filets erin, met de champignons. Bedek met saus en zet 15 minuten in de oven. Bestuif als je wilt nog met wat paprika voor het serveren. Erbij: met boter omgeschudde Hongaarse noedels of, bij gebrek daaraan, Italiaanse tagliatelle.
Paprikasnoekbaars uit de oven
Voor 4 personen
200 g kleine champignons
2 eetlepels roomboter
4 x 150 g snoekbaarsfilet (of een andere witvis)
100 ml zure room
100 ml crème fraîche
6 g paprikapoeder
30 g bloem
Verscheen in De Volkskrant, 21 maart 2012
Duiken wij dan ook vandaag in de culinaire diepten van Midden- en Oost-Europa. Ik moet eerlijk bekennen dat mijn ervaring beperkt is; alleen Hongarije heeft mij driemaal binnen de grenzen gezien. Maar dat waren dan ook gedenkwaardige bezoeken. Niet alleen komt er gelukzalige wijn vandaan, ook de kokerij is een reisje waard. En als u gaat: ga eerst lekker een weekje vasten. Dat zult u na afloop trouwens ook nog moeten doen. Want liflafferig geknuts is schaars onder de Magyaren. Het is weliswaar alweer een jaar of tien geleden, maar het toen als ‘beste restaurant van Oost-Europa’ bekendstaande Gundel serveerde mij borden waar een eetcafé in Vlaardingen, Bladel of Wildervank zich niet voor had geschaamd. Quantity wise.
Hongarijes culinaire eigenheid is verbonden aan één ingrediënt: paprika. En dan bedoel ik niet de verse vrucht – die er overigens ook is – maar het poeder van gedroogde exemplaren, variërend van heel mild tot goed scherp. Hongaars paprikapoeder is verfijnder dan het Spaanse dat gebruikelijk onze supermarktpotjes bevolkt. Wie het kopen wil: HYPERLINK "http://www.lekkersuithongarije.nl" www.lekkersuithongarije.nl is je adres (ook voor al uw Hongaarse wijn-, worst-, paté- en noedelwensen). Neem voor dit recept ‘édesnemes’, edelzoete paprika, misschien aangevuld met wat ‘csipõs csemege’, die een krachtiger smaak heeft.
Vervolgens gooi ik rücksichtslos twee recepten door elkaar: dat voor paprikakip en voor snoekbaars met zure room. Die liggen toch al in elkaars verlengde. Snoekbaars, ‘fogas’, is de trots van het Balatonmeer. Oorspronkelijk kwam hij alleen in Oost-Europa en het stroomgebied van de Donau voor, maar eind 19e eeuw werd de vis bij ons uitgezet. Een overloper dus, en nog zonder paspoort ook, maar van hoge culinaire kwaliteit. Vervang hem als het moet door een andere witvis, kabeljauw, schelvis.
Zet de oven aan op 200 graden. Poets of was de champignonnetjes schoon, droog en sauteer een minuut of 3 in een lepel boter. Bestrooi met zout.
Zout de visfilets goed. Roer de beide romen los met de paprika, bloem en wat zout. Vet een ovenschaal in met boter en leg de filets erin, met de champignons. Bedek met saus en zet 15 minuten in de oven. Bestuif als je wilt nog met wat paprika voor het serveren. Erbij: met boter omgeschudde Hongaarse noedels of, bij gebrek daaraan, Italiaanse tagliatelle.
Paprikasnoekbaars uit de oven
Voor 4 personen
200 g kleine champignons
2 eetlepels roomboter
4 x 150 g snoekbaarsfilet (of een andere witvis)
100 ml zure room
100 ml crème fraîche
6 g paprikapoeder
30 g bloem
Verscheen in De Volkskrant, 21 maart 2012
Dobosh torta
Door: Carin Leenders - de Vries
12 -14 punten
150 g boter
30 g suiker
1 zakje vanillesuiker
5 eieren
100 g suiker
100 g bloem
2 eieren +2 dooiers
150 g fijne tafelsuiker
4 zakjes vanillesuiker
500 g boter
80 g poedersuiker
50 g pure chocola
150 g suiker
¾ dl water
Werkwijze:
Roer de boter met de suiker, een snufje zout en het vanillesuiker romig. Splits de eieren en roer één voor één de dooiers door de romige boter.
Klop de eiwitten stijf, roer er geleidelijk de 110 g suiker bij. Spatel dit door het dooiermengsel en spatel er de 100 g gezeefde bloem door tot een glad beslag.
Verwarm de over voor op 220˚C. Knip uit bakpapier 6 cirkels van ø 24. Leg er 1 in een springvorm van 24 cm. Verdeel het beslag in 6 porties en bak 6 x een taartbodem in op het bakpapier in de springvorm. Laat ze goed afkoelen.
Maak intussen een créme au beurre; klop de eieren, eidooiers, de suiker en vanillesuiker eerst romig in een kom, verwarm deze vervolgens au bain marie, blijf kloppen tot de créme als een dik lint van de garde loopt, laat goed afkoelen. Klop de 500 g boter en de poedersuiker door tot een luchtige room, spatel hier dan beetje voor beetje het eimengsel door.
Smelt de chocolade au bain marie roer dit door de créme au beurre. Maak een caramel door de suiker met ¾ dl water op een matig vuur aan de kook te brengen en lichtbruin te kleuren. Giet dit dan op 1 van de gebakken bodem.
Besmeer de overige bodems met de créme, stapel ze op elkaar en dek af met de caramelbodem.
Verscheen in het AD, 21 maart 2012
12 -14 punten
150 g boter
30 g suiker
1 zakje vanillesuiker
5 eieren
100 g suiker
100 g bloem
2 eieren +2 dooiers
150 g fijne tafelsuiker
4 zakjes vanillesuiker
500 g boter
80 g poedersuiker
50 g pure chocola
150 g suiker
¾ dl water
Werkwijze:
Roer de boter met de suiker, een snufje zout en het vanillesuiker romig. Splits de eieren en roer één voor één de dooiers door de romige boter.
Klop de eiwitten stijf, roer er geleidelijk de 110 g suiker bij. Spatel dit door het dooiermengsel en spatel er de 100 g gezeefde bloem door tot een glad beslag.
Verwarm de over voor op 220˚C. Knip uit bakpapier 6 cirkels van ø 24. Leg er 1 in een springvorm van 24 cm. Verdeel het beslag in 6 porties en bak 6 x een taartbodem in op het bakpapier in de springvorm. Laat ze goed afkoelen.
Maak intussen een créme au beurre; klop de eieren, eidooiers, de suiker en vanillesuiker eerst romig in een kom, verwarm deze vervolgens au bain marie, blijf kloppen tot de créme als een dik lint van de garde loopt, laat goed afkoelen. Klop de 500 g boter en de poedersuiker door tot een luchtige room, spatel hier dan beetje voor beetje het eimengsel door.
Smelt de chocolade au bain marie roer dit door de créme au beurre. Maak een caramel door de suiker met ¾ dl water op een matig vuur aan de kook te brengen en lichtbruin te kleuren. Giet dit dan op 1 van de gebakken bodem.
Besmeer de overige bodems met de créme, stapel ze op elkaar en dek af met de caramelbodem.
Verscheen in het AD, 21 maart 2012
Kip met rijst uit de oven
Door: Johannes van Dam
4 (biologische) kippenpootjes 1 ui 2 teentjes knoflook 1 wortel (geraspt)
350 - 400 gr. rijst (arborio of carnaroli) 2 l kippenbouillon 100 ml droge witte wijn peterselie
Voor de bouillon 1 ui 2 laurierblaadjes 5 jeneverbessen 5 peperkorrels
1 schijfje citroen (optioneel)
Maak eerst de bouillon door de kippenpootjes in een ruime pan te doen, evenals een doormidden gesneden ui, 2 laurierblaadjes, 5 jeneverbessen en wat peperkorrels; vervolgens alles met water te bedekken, langzaam aan de kook te brengen en de bouillon te laten trekken tot de kippenpootjes gaar zijn. Mijn moeder voegde voor het einde van de kook een schijfje citroen toe en liet dit een paar minuten meekoken. Dit geeft een lichtzurige smaak aan de bouillon. Als u daar niet van houdt kunt u dit achterwege laten. Haal eerst de kippenpootjes uit de bouillon en leg ze op een bord, bewaar ze warm voor later. Zeef de bouillon en zet de pan met de heldere bouillon op het fornuis vlak bij de koekenpan.
Verhit de olie in een koekenpan, voeg het knoflook en de ui toe en bak tot ze er glazig en zacht uitzien. Voeg de rijst toe en roer tot de rijstkorrels alom met olie, knoflook en uien bedekt zijn. Doe de wijn erbij en blijf roeren totdat de wijn volledig is verdampt. Voeg vanaf nu een soeplepel bouillon aan de rijst toe en blijf roeren tot het vocht opgenomen is. Blijf dit herhalen en na 10 minuten voeg je de geraspte wortel toe onder constant roeren. Na 15 minuten voeg je de peterselie toe en blijf roeren. Als de peterselie en de wortel zacht zijn zet je vuur uit. Giet de rijst over in een ovenschaal, leg de kippenpootjes er mooi bij, bedek met de rest van de bouillon, en bestrooi met versgemalen peper. Doe de schaal nog 5 minuten in een op 220 graden voorverwarmde oven totdat er aan de bovenkant een lekker korstje is gevormd en de bouillon volledig is geabsorbeerd.
Serveer het met witte kool salade.
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond eerder in: Het Parool, 21 maart 2012
4 (biologische) kippenpootjes 1 ui 2 teentjes knoflook 1 wortel (geraspt)
350 - 400 gr. rijst (arborio of carnaroli) 2 l kippenbouillon 100 ml droge witte wijn peterselie
Voor de bouillon 1 ui 2 laurierblaadjes 5 jeneverbessen 5 peperkorrels
1 schijfje citroen (optioneel)
Maak eerst de bouillon door de kippenpootjes in een ruime pan te doen, evenals een doormidden gesneden ui, 2 laurierblaadjes, 5 jeneverbessen en wat peperkorrels; vervolgens alles met water te bedekken, langzaam aan de kook te brengen en de bouillon te laten trekken tot de kippenpootjes gaar zijn. Mijn moeder voegde voor het einde van de kook een schijfje citroen toe en liet dit een paar minuten meekoken. Dit geeft een lichtzurige smaak aan de bouillon. Als u daar niet van houdt kunt u dit achterwege laten. Haal eerst de kippenpootjes uit de bouillon en leg ze op een bord, bewaar ze warm voor later. Zeef de bouillon en zet de pan met de heldere bouillon op het fornuis vlak bij de koekenpan.
Verhit de olie in een koekenpan, voeg het knoflook en de ui toe en bak tot ze er glazig en zacht uitzien. Voeg de rijst toe en roer tot de rijstkorrels alom met olie, knoflook en uien bedekt zijn. Doe de wijn erbij en blijf roeren totdat de wijn volledig is verdampt. Voeg vanaf nu een soeplepel bouillon aan de rijst toe en blijf roeren tot het vocht opgenomen is. Blijf dit herhalen en na 10 minuten voeg je de geraspte wortel toe onder constant roeren. Na 15 minuten voeg je de peterselie toe en blijf roeren. Als de peterselie en de wortel zacht zijn zet je vuur uit. Giet de rijst over in een ovenschaal, leg de kippenpootjes er mooi bij, bedek met de rest van de bouillon, en bestrooi met versgemalen peper. Doe de schaal nog 5 minuten in een op 220 graden voorverwarmde oven totdat er aan de bovenkant een lekker korstje is gevormd en de bouillon volledig is geabsorbeerd.
Serveer het met witte kool salade.
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond eerder in: Het Parool, 21 maart 2012
dinsdag 20 maart 2012
Lizet van de Spinazie academie doet ook mee!
Hongaarse asperges
Er was een leuke actie van Loethe Olthuis van de Volkskeuken. Ze riep haar culicollega's op om een lekker Pools, Hongaars, Roemeens of ander recept in de krant te zetten. Als positieve actie tegen dat maffe meldpunt. Maar politiek schijn je in de keuken niet te mogen bedrijven, althans bij de krant. Waarna een andere culischrijver weer een meldpunt voor Ooes-Europese kookrubrieken oprichtte. Zo houden we elkaar lekker bezig. Hoogste tijd om in de Midden-Europese keuken te duiken.
Vanaf de 18e eeuw staan er al gerechten met een Poolse achtergrond in de kookschriftjes. Meestal iets met zoetwatervis. Of de saus bij die vis. De gerechten zijn mij wat zwaar, dus ben ik nooit verder dan waarnemen en lezen gekomen.
Anders is dat bij de Hongaarse keuken. Die past wat beter bij onze smaakvoorkeur.
Ooit kocht ik een Franstalig boekje over de Hongaarse keuken van de hand van Károly Gundel. Het dateert uit 1956! Het jaar van de Hongaarse Volksopstand.
De recepten zijn niet alleen traditionals. De auteur heeft ook moderne gerechten met een Hongaarse twist opgeschreven.
Het aspergeseizoen staat voor de deur. Juist, tijd om ze eens op z'n Hongaars te bereiden. Ik vertaal even:
Asperges op z'n Hongaars
Dit heb je nodig: 1 kilo asperges, 4 dl zure room, 50 tot 60 gram bpoter, 5 gram Hongaarse (pittige) paprikapoeder, 100 gram paneermeel, suikerklontje.
En zo doe je het: Schil de asperges en kook ze in water met zout en een suikerklontje beetgaar. Laat ze uitlekken. Beboter een overnschaal en giet de helft van de zure room op de bodem en met een eetlepel paneermeel waar je een eetlepel boter doorheen roert. Leg hierop de aseprges en giet er de andere helft van de zure room over. Strooi er paneermeel op en het paprikapoeder (kun je eerst ook even mengen)en gratineer de aspergeschotel in de oven.
Door: Lizet Kruyff
Stond eerder op: http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl/
Er was een leuke actie van Loethe Olthuis van de Volkskeuken. Ze riep haar culicollega's op om een lekker Pools, Hongaars, Roemeens of ander recept in de krant te zetten. Als positieve actie tegen dat maffe meldpunt. Maar politiek schijn je in de keuken niet te mogen bedrijven, althans bij de krant. Waarna een andere culischrijver weer een meldpunt voor Ooes-Europese kookrubrieken oprichtte. Zo houden we elkaar lekker bezig. Hoogste tijd om in de Midden-Europese keuken te duiken.
Vanaf de 18e eeuw staan er al gerechten met een Poolse achtergrond in de kookschriftjes. Meestal iets met zoetwatervis. Of de saus bij die vis. De gerechten zijn mij wat zwaar, dus ben ik nooit verder dan waarnemen en lezen gekomen.
Anders is dat bij de Hongaarse keuken. Die past wat beter bij onze smaakvoorkeur.
Ooit kocht ik een Franstalig boekje over de Hongaarse keuken van de hand van Károly Gundel. Het dateert uit 1956! Het jaar van de Hongaarse Volksopstand.
De recepten zijn niet alleen traditionals. De auteur heeft ook moderne gerechten met een Hongaarse twist opgeschreven.
Het aspergeseizoen staat voor de deur. Juist, tijd om ze eens op z'n Hongaars te bereiden. Ik vertaal even:
Asperges op z'n Hongaars
Dit heb je nodig: 1 kilo asperges, 4 dl zure room, 50 tot 60 gram bpoter, 5 gram Hongaarse (pittige) paprikapoeder, 100 gram paneermeel, suikerklontje.
En zo doe je het: Schil de asperges en kook ze in water met zout en een suikerklontje beetgaar. Laat ze uitlekken. Beboter een overnschaal en giet de helft van de zure room op de bodem en met een eetlepel paneermeel waar je een eetlepel boter doorheen roert. Leg hierop de aseprges en giet er de andere helft van de zure room over. Strooi er paneermeel op en het paprikapoeder (kun je eerst ook even mengen)en gratineer de aspergeschotel in de oven.
Door: Lizet Kruyff
Stond eerder op: http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl/
Spitskool piroshki
Door: Carin Leenders - de Vries
Voor 10 stuks:
500 g spitskool
zout
30 g boter
1 ½ dl melk
½ tl suiker
½ tl karwijzaad
5 eieren
10 plakjes diepvries bladerdeeg
Werkwijze:
Maak de spitskool schoon en snijd deze in heel fijne reepjes. Doe de kool dan in een vergiet, strooi er een eetlepel zout over en laat de spitskool een half uur staan. Druk er het overtollige vocht uit.
Verwarm de boter op een hoog vuur en bak de kool al omscheppend. De kool mag iets bruin kleuren, schenk er dan de melk bij en laat het geheel op een matig vuur ongeveer 8 minuten koken. Maak op smaak met de suiker, het karwijzaad en versgemalen peper. Giet de melk af en laat het geheel afkoelen.
Kook intussen 4 eieren in 7-8 minuten hard. Pel ze, snijd ze fijn en meng ze door de spitskool.
Verwarm de oven voor op 200˚C. Vet een bakplaat in met wat boter of bekleed deze met bakpapier. Leg hier de ontdooide plakjes bladerdeeg op.
Klop het overgebleven ei los, besmeer de randen van het bladerdeeg er mee. Leg op ieder plakje een flinke eetlepel van het koolmengsel, vouw het bladerdeeg er overheen zodat een driehoek ontstaat. Druk de randen goed aan, bestrijk de bovenkant met nog wat ei.
Bak de piroshki in de hete oven in ± 15 minuten goudbruin en gaar.
Verscheen in het AD, 20 maart 2012
Voor 10 stuks:
500 g spitskool
zout
30 g boter
1 ½ dl melk
½ tl suiker
½ tl karwijzaad
5 eieren
10 plakjes diepvries bladerdeeg
Werkwijze:
Maak de spitskool schoon en snijd deze in heel fijne reepjes. Doe de kool dan in een vergiet, strooi er een eetlepel zout over en laat de spitskool een half uur staan. Druk er het overtollige vocht uit.
Verwarm de boter op een hoog vuur en bak de kool al omscheppend. De kool mag iets bruin kleuren, schenk er dan de melk bij en laat het geheel op een matig vuur ongeveer 8 minuten koken. Maak op smaak met de suiker, het karwijzaad en versgemalen peper. Giet de melk af en laat het geheel afkoelen.
Kook intussen 4 eieren in 7-8 minuten hard. Pel ze, snijd ze fijn en meng ze door de spitskool.
Verwarm de oven voor op 200˚C. Vet een bakplaat in met wat boter of bekleed deze met bakpapier. Leg hier de ontdooide plakjes bladerdeeg op.
Klop het overgebleven ei los, besmeer de randen van het bladerdeeg er mee. Leg op ieder plakje een flinke eetlepel van het koolmengsel, vouw het bladerdeeg er overheen zodat een driehoek ontstaat. Druk de randen goed aan, bestrijk de bovenkant met nog wat ei.
Bak de piroshki in de hete oven in ± 15 minuten goudbruin en gaar.
Verscheen in het AD, 20 maart 2012
Tsjechische aardappelpannenkoekjes
Door Hermus & Zandstra
Jarenlang kregen we college van een gevluchte Tsjech. Hans Renner klopte in 1969 aan bij het Universitair Asiel Fonds, nadat eerder tanks van het Warschaupact de Praagse Lente in de kiem hadden gesmoord.
In een later leven doceerde Hans Renner geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, maar gaf af en toe ook les in culinaire en vochtige zaken. Studenten trakteerde hij op deuntjes uit de trekzak, melancholische Tsjechische liederen, gerechten en veel pils (inderdaad: uit het Tsjechische Plzen).
Een van Renners favoriete gerechten is bramboraky, traditioneel Tsjechische aardappelkoekjes. Gemakkelijk te bereiden, lekker en een complete maaltijd als je erbij een salade serveert.
Schil de aardappelen, pel de ui en teentjes knoflook. Rasp alles op de fijne rasp, desgewenst in de keukenmachine. Het geeft niet als er enkele grove stukken in zitten.
Doe het aardappelmengsel in grote kom, laat het vocht er een beetje uitlopen. Voeg de rest van de ingrediënten toe, behalve de olie. Roer goed door elkaar.
Verhit een scheutje olie in koekenpan, laat goed heet worden. Schep met een vork drie hoopjes aardappelmengsel in pan, druk ze een beetje plat (circa 6 à 8 centimeter doorsnee). Bak op hoog vuur tot de onderkant lichtbruin is, keer de pannenkoekjes en laat ze ook de andere kant knapperig bruin worden.
Hou warm op een schaal op een laagje keukenpapier in de oven, liefst met de deur op een kiertje om de pannenkoekjes knapperig te houden. Bak de rest op dezelfde wijze. Dien op met mosterd en veel augurk en/of zilveruitjes.
Sommige Tsjechen voegen aan het beslag stukjes gerookt spek toe. Is goed voor de dorst, zeggen ze, en nemen nog een glas bier of wijn.
Hoofdgerecht, voor 2 à 4 personen
1 kilo aardappelen; 1 grote ui; 4 teentjes knoflook (of meer of minder, hangt af van wat u de volgende dag te doen hebt); 1 ei; 1 theelepel gedroogde majoraan; 1 theelepel karwijzaad; 2 eetlepels bloem; zout; olie om te bakken.
Stond eerder in: Het Dagblad van het Noorden
20 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
Jarenlang kregen we college van een gevluchte Tsjech. Hans Renner klopte in 1969 aan bij het Universitair Asiel Fonds, nadat eerder tanks van het Warschaupact de Praagse Lente in de kiem hadden gesmoord.
In een later leven doceerde Hans Renner geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, maar gaf af en toe ook les in culinaire en vochtige zaken. Studenten trakteerde hij op deuntjes uit de trekzak, melancholische Tsjechische liederen, gerechten en veel pils (inderdaad: uit het Tsjechische Plzen).
Een van Renners favoriete gerechten is bramboraky, traditioneel Tsjechische aardappelkoekjes. Gemakkelijk te bereiden, lekker en een complete maaltijd als je erbij een salade serveert.
Schil de aardappelen, pel de ui en teentjes knoflook. Rasp alles op de fijne rasp, desgewenst in de keukenmachine. Het geeft niet als er enkele grove stukken in zitten.
Doe het aardappelmengsel in grote kom, laat het vocht er een beetje uitlopen. Voeg de rest van de ingrediënten toe, behalve de olie. Roer goed door elkaar.
Verhit een scheutje olie in koekenpan, laat goed heet worden. Schep met een vork drie hoopjes aardappelmengsel in pan, druk ze een beetje plat (circa 6 à 8 centimeter doorsnee). Bak op hoog vuur tot de onderkant lichtbruin is, keer de pannenkoekjes en laat ze ook de andere kant knapperig bruin worden.
Hou warm op een schaal op een laagje keukenpapier in de oven, liefst met de deur op een kiertje om de pannenkoekjes knapperig te houden. Bak de rest op dezelfde wijze. Dien op met mosterd en veel augurk en/of zilveruitjes.
Sommige Tsjechen voegen aan het beslag stukjes gerookt spek toe. Is goed voor de dorst, zeggen ze, en nemen nog een glas bier of wijn.
Hoofdgerecht, voor 2 à 4 personen
1 kilo aardappelen; 1 grote ui; 4 teentjes knoflook (of meer of minder, hangt af van wat u de volgende dag te doen hebt); 1 ei; 1 theelepel gedroogde majoraan; 1 theelepel karwijzaad; 2 eetlepels bloem; zout; olie om te bakken.
Stond eerder in: Het Dagblad van het Noorden
20 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
Placki - aardappelpannenkoekjes- met dronken champignonnnensaus
Door: Tallina van den Hoed
Ons suffe buurtje in UberVinex is eindelijk ook hip! Er woont een nieuw gezin, vlakbij. Ze zijn Pools, vertelde een andere buurvrouw. Ik veerde uit mijn Vinex-bankstel en ging me meteen voorstellen. Men zegt immers dat er rond Poolse mensen altijd een hele schare stoere, sterke, jonge mannen hangt. Daar mag ik graag naar kijken. Ook vloeit de drank rijkelijk op de luidruchtige feesten, zeggen ‘ze’. Van feesten, drank en knappe sterke jonge mannen zou mijn gezapige buurtje heel erg opknappen. Daar moest ik bij zijn!
Helaas. Het is een ‘gewoon’ gezin met jonge kinderen. Ze zijn heel aardig hoor, maar van doordeweeks feesten komt niks, dat snapt u. Ik zou zelf dolgraag van die feesten geven, maar mijn kroost staat de volgende dag gewoon om 7 uur stipt voor mijn snufferd, dus dat doen we niet al te vaak, die feesten.
Geen drank? Dan maar eten. Pools fastfood. Eén hap nam ik ervan en de hemel barstte open in troostrijk gezang. Overdreven, zult u zeggen, maar wegens allergie kook ik niet vaak met crème fraiche. Maar na één hap van deze saus stuur ik de eerste beste vakantie de kinders uit logeren en kook ik dan alleen nog maar met echte room. Wie weet lok ik er ook wel van die leuke, jonge, sterke, onverstaanbare Poolse mannen mee.
Placki - aardappelpannenkoekjes - met saus van dronken champignons.
500 g champignons
100 cc wodka
3 el gedroogde porcini (eekhoorntjesbrood)
1 gesnipperde ui
boter
zout, peper
nootmuskaat
1 groot bakje crème fraiche
bloem om te binden.
1 kilo aardappelen, grof geraspt
1 fijn gesnipperd uitje
2 eieren
zout, peper
1 ons bloem
zonnebloemolie
Week het eekhoorntjesbrood. Snij de champignons in kwarten en overgiet ze met wodka. Laat ze zeker 2 uur absorberen. Dep ze droog en bak ze met de ui in hete boter (olie) tot ze bruin zijn. Snij de porcini fijn, doe in de pan, met kruiden en room. Giet het weekvocht erbij. Laat het zeker 20 minuten pruttelen: dan verdampt de alcohol. Als de saus nog te dun is, kun je het binden met bloem vermengd met wat water.
Meng de aardappels met ei, ui, bloem en smaakmakers. Verhit de olie. Neem telkens een eetlepel aardappelprut en leg dat in de pan. Plet het tot het een pannenkoekje is. Als het bruint, draai je het om. Ga zo door tot alles op is. Hou ze warm in een oven, op een rekje, dan blijven ze knapperig. Doop de placki - de pannenkoekjes - in de saus.
Stond in: De Volkskrant, 20 maart 2012
Ons suffe buurtje in UberVinex is eindelijk ook hip! Er woont een nieuw gezin, vlakbij. Ze zijn Pools, vertelde een andere buurvrouw. Ik veerde uit mijn Vinex-bankstel en ging me meteen voorstellen. Men zegt immers dat er rond Poolse mensen altijd een hele schare stoere, sterke, jonge mannen hangt. Daar mag ik graag naar kijken. Ook vloeit de drank rijkelijk op de luidruchtige feesten, zeggen ‘ze’. Van feesten, drank en knappe sterke jonge mannen zou mijn gezapige buurtje heel erg opknappen. Daar moest ik bij zijn!
Helaas. Het is een ‘gewoon’ gezin met jonge kinderen. Ze zijn heel aardig hoor, maar van doordeweeks feesten komt niks, dat snapt u. Ik zou zelf dolgraag van die feesten geven, maar mijn kroost staat de volgende dag gewoon om 7 uur stipt voor mijn snufferd, dus dat doen we niet al te vaak, die feesten.
Geen drank? Dan maar eten. Pools fastfood. Eén hap nam ik ervan en de hemel barstte open in troostrijk gezang. Overdreven, zult u zeggen, maar wegens allergie kook ik niet vaak met crème fraiche. Maar na één hap van deze saus stuur ik de eerste beste vakantie de kinders uit logeren en kook ik dan alleen nog maar met echte room. Wie weet lok ik er ook wel van die leuke, jonge, sterke, onverstaanbare Poolse mannen mee.
Placki - aardappelpannenkoekjes - met saus van dronken champignons.
500 g champignons
100 cc wodka
3 el gedroogde porcini (eekhoorntjesbrood)
1 gesnipperde ui
boter
zout, peper
nootmuskaat
1 groot bakje crème fraiche
bloem om te binden.
1 kilo aardappelen, grof geraspt
1 fijn gesnipperd uitje
2 eieren
zout, peper
1 ons bloem
zonnebloemolie
Week het eekhoorntjesbrood. Snij de champignons in kwarten en overgiet ze met wodka. Laat ze zeker 2 uur absorberen. Dep ze droog en bak ze met de ui in hete boter (olie) tot ze bruin zijn. Snij de porcini fijn, doe in de pan, met kruiden en room. Giet het weekvocht erbij. Laat het zeker 20 minuten pruttelen: dan verdampt de alcohol. Als de saus nog te dun is, kun je het binden met bloem vermengd met wat water.
Meng de aardappels met ei, ui, bloem en smaakmakers. Verhit de olie. Neem telkens een eetlepel aardappelprut en leg dat in de pan. Plet het tot het een pannenkoekje is. Als het bruint, draai je het om. Ga zo door tot alles op is. Hou ze warm in een oven, op een rekje, dan blijven ze knapperig. Doop de placki - de pannenkoekjes - in de saus.
Stond in: De Volkskrant, 20 maart 2012
Wittebonenschotel
Door: Johannes van Dam
500 g. witte bonen
2 uien
1 eetlepel paprikapoeder
2 eetlepels meel
olie
zout
munt of bosuitjes (optioneel)
gerookte ribben (optioneel)
1 gedroogde rode paprika (optioneel)
Laat de bonen de avond te voren weken in een pan. Giet het water af en doe nieuw water erbij. Voeg de gesneden uien, de gedroogde paprika en de gerookte ribben erbij (optioneel). Breng het geheel langzaam aan de kook en laat het sudderen op laag vuur voor ongeveer 1 uur. Haal de ribben en de gedroogde paprika met een schuimspaan uit de pan en leg op een bord. Druk met een eetlepel het vocht en wat vlees van de paprika eruit en bewaar dat. De steel en de zaden gooi je weg. Haal met een vork het vlees van het bot. In een koekenpan verhit je olie, doe het meel erbij onder voortduren roeren en voeg het paprikapoeder toe. Roer nog even tot er een gladde massa ontstaat en de doe het paprikavocht en vlees erbij. Roer nog even en giet het mengsel al roerend bij de bonen totdat het mengsel goed is opgenomen. Verwarm de oven op 200 graden. Giet de bonen in een vuurvaste schaal. Rangschik de stukjes vlees tussen de bonen. Nu kan je naar smaak gesneden munt of bosuitjes toevoegen. Bestrooi met zout en peper en bak nog 20 min. in de oven totdat er boven een mooi korstje is gevormd.
Recept uit het nog te verschijnen
Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond in: Het Parool, 20 maart 2012
500 g. witte bonen
2 uien
1 eetlepel paprikapoeder
2 eetlepels meel
olie
zout
munt of bosuitjes (optioneel)
gerookte ribben (optioneel)
1 gedroogde rode paprika (optioneel)
Laat de bonen de avond te voren weken in een pan. Giet het water af en doe nieuw water erbij. Voeg de gesneden uien, de gedroogde paprika en de gerookte ribben erbij (optioneel). Breng het geheel langzaam aan de kook en laat het sudderen op laag vuur voor ongeveer 1 uur. Haal de ribben en de gedroogde paprika met een schuimspaan uit de pan en leg op een bord. Druk met een eetlepel het vocht en wat vlees van de paprika eruit en bewaar dat. De steel en de zaden gooi je weg. Haal met een vork het vlees van het bot. In een koekenpan verhit je olie, doe het meel erbij onder voortduren roeren en voeg het paprikapoeder toe. Roer nog even tot er een gladde massa ontstaat en de doe het paprikavocht en vlees erbij. Roer nog even en giet het mengsel al roerend bij de bonen totdat het mengsel goed is opgenomen. Verwarm de oven op 200 graden. Giet de bonen in een vuurvaste schaal. Rangschik de stukjes vlees tussen de bonen. Nu kan je naar smaak gesneden munt of bosuitjes toevoegen. Bestrooi met zout en peper en bak nog 20 min. in de oven totdat er boven een mooi korstje is gevormd.
Recept uit het nog te verschijnen
Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond in: Het Parool, 20 maart 2012
maandag 19 maart 2012
Er wordt over ons geschreven!
Zaterdag 17 maart blogde Trouw's culi-journalist Jeroen Thijssen op Foodlog over ons initiatief. Want wat begon als een vrolijke poging tot het leuk ventileren van een persoonlijke mening middels eten en drinken, liep anders dan we vooraf hadden voorzien.
Als het één begint, dan volgt het andere, en maandag 19 maart verscheen dit artikel op Villamedia.
En wij? Wij koken vrolijk door. Morgen staan hier weer veel meer heerlijke MOE-recepten.
Als het één begint, dan volgt het andere, en maandag 19 maart verscheen dit artikel op Villamedia.
En wij? Wij koken vrolijk door. Morgen staan hier weer veel meer heerlijke MOE-recepten.
Gevulde uien
Door: Carin Leenders - de Vries
Voor 4 personen
4 grote uien
1 oude boterham
4 el warme melk
12 gepelde walnoten
3 el platte peterselie
½ tl komijn of venkelzaad
2 el olie
2 el boter
2 el bloem
½ tl suiker
2 ½ dl vleesbouillon
werkwijze;
Haal de buitenste schil van de uien af, maar laat de worteltjes er aan zitten! Was de uien en zet ze op met zoveel koud water dat ze net onder staan. Kook ze 5 minuten en giet ze dan af. Laat ze afkoelen.
Besprenkel de boterham met de warme melk en prak het fijn. Hak de noten fijn, roer ze samen met de fijngehakte peterselie, de komijn, zout en versgemalen peper naar smaak, bij het geweekte brood.
Snijd met een puntig mesje het kapje van de ui en hol de ui verder uit tot ongeveer 2 cm van de buitenkant.
Snijd de uit de ui gekomen stukjes ui heel fijn, roer dit bij het broodmengsel. Vul hier de uitgeholde uien mee.
Verwarm de olie in een pan, voeg 10 eetlepels water toe zodat de bodem van de schaal met minimaal 1 cm water bedekt is. Zet de uien er naast elkaar in, zet het deksel op de pan en laat de uien op een laag warm worden.
Maak intussen een roux door de boter te smelten, roer hier de bloem door en laat deze 2 minuten ‘garen’, schenk hier dan al roerend de koude bouillon bij samen met de suiker. Schenk dit bij de uien en laat deze in ± 20 minuten gaar worden.
Stond eerder in: Het Algemeen Dagblad, maandag 19 maart 2012
Voor 4 personen
4 grote uien
1 oude boterham
4 el warme melk
12 gepelde walnoten
3 el platte peterselie
½ tl komijn of venkelzaad
2 el olie
2 el boter
2 el bloem
½ tl suiker
2 ½ dl vleesbouillon
werkwijze;
Haal de buitenste schil van de uien af, maar laat de worteltjes er aan zitten! Was de uien en zet ze op met zoveel koud water dat ze net onder staan. Kook ze 5 minuten en giet ze dan af. Laat ze afkoelen.
Besprenkel de boterham met de warme melk en prak het fijn. Hak de noten fijn, roer ze samen met de fijngehakte peterselie, de komijn, zout en versgemalen peper naar smaak, bij het geweekte brood.
Snijd met een puntig mesje het kapje van de ui en hol de ui verder uit tot ongeveer 2 cm van de buitenkant.
Snijd de uit de ui gekomen stukjes ui heel fijn, roer dit bij het broodmengsel. Vul hier de uitgeholde uien mee.
Verwarm de olie in een pan, voeg 10 eetlepels water toe zodat de bodem van de schaal met minimaal 1 cm water bedekt is. Zet de uien er naast elkaar in, zet het deksel op de pan en laat de uien op een laag warm worden.
Maak intussen een roux door de boter te smelten, roer hier de bloem door en laat deze 2 minuten ‘garen’, schenk hier dan al roerend de koude bouillon bij samen met de suiker. Schenk dit bij de uien en laat deze in ± 20 minuten gaar worden.
Stond eerder in: Het Algemeen Dagblad, maandag 19 maart 2012
Macaroni uit de oven
Door: Johannes van Dam
400 gr. pasta penne 200 gr. witte schapenkaas 2 eieren zwarte peper
Kook de penne bijtgaar in een pan met water een zout. Laat het uitlekken. Besmeer een ovenschaal met wat olie en leg een laagje penne op de bodem. Rasp de witte schapenkaas er boven. Leg nog een laagje penne en doe wat geraspte schapenkaas erover. Klop de eieren in een kommetje en schenk het mengsel gelijkmatig over de schaal. Bestrooi met versgemalen zwarte peper. Leg de schaal in een voorverwarmde oven op 220 graden en laat de macaroni 10 - 15 min. bakken of totdat het ei gestold is en er een mooie korst is gevormd op de bovenlaag. Dit gerecht kan zowel koud als warm gegeten worden.
Variatie 10 takjes bieslook 1 bosje peterselie 3 tomaten
Leg plakjes tomaat op het eerste laagje penne, bestrooi de tomaat met de fijngesneden bieslook en peterselie. Rasp de witte schapenkaas er bovenop. Verder volg je de werkwijze zoals hierboven beschreven.
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond in: Het Parool, 19 maart 2012
400 gr. pasta penne 200 gr. witte schapenkaas 2 eieren zwarte peper
Kook de penne bijtgaar in een pan met water een zout. Laat het uitlekken. Besmeer een ovenschaal met wat olie en leg een laagje penne op de bodem. Rasp de witte schapenkaas er boven. Leg nog een laagje penne en doe wat geraspte schapenkaas erover. Klop de eieren in een kommetje en schenk het mengsel gelijkmatig over de schaal. Bestrooi met versgemalen zwarte peper. Leg de schaal in een voorverwarmde oven op 220 graden en laat de macaroni 10 - 15 min. bakken of totdat het ei gestold is en er een mooie korst is gevormd op de bovenlaag. Dit gerecht kan zowel koud als warm gegeten worden.
Variatie 10 takjes bieslook 1 bosje peterselie 3 tomaten
Leg plakjes tomaat op het eerste laagje penne, bestrooi de tomaat met de fijngesneden bieslook en peterselie. Rasp de witte schapenkaas er bovenop. Verder volg je de werkwijze zoals hierboven beschreven.
Recept uit het nog te verschijnen Herinneringen aan de Macedonische keuken van Zaklina Temelkovska, ivm. het tegenwicht dat de culinaire journalisten willen geven tegen de beschamende website van de PVV, door de Oost-Europese eetcultuur te bevorderen.
Stond in: Het Parool, 19 maart 2012
Paprikás csirke
Door Hermus & Zandstra
15 november 1956, 11 uur 's avonds: het Centraal Station in Utrecht staat zwart van de mensen. Als de lange trein uit Wenen binnenloopt, ontstaat een opgewonden geroezemoes, er klinkt gejuich. De trein vervoert 670 Hongaarse vluchtelingen, ontheemden die zijn gevlucht voor de Russische tanks die de Hongaarse Opstand in bloed smoorden. Het is de eerste groep van in totaal 3300 Hongaren die in ons land als 'vrijheidsstrijders' tegen het communisme worden onthaald.
Niet alle gevluchte Hongaren van toen bleven in Nederland, sommigen zijn zelfs uit heimwee teruggekeerd. Terug naar de vlakten van de Donau, naar de bogrács, de gietijzeren ketel die de voorvaderen uit het stamgebied Etelköz hadden meegebracht en waarin ze boven open vuur hun gulyás kookten. In het begin gebeurde dat nog zonder paprika, die kwam pas toen Zuid- en Midden-Amerika werden ontdekt.
De 'edelzoete' paprika die de Hongaarse gebroeders Palffy in de negentiende eeuw kweekten in Széged, zou wereldberoemd worden. Een mooie culinaire bijdrage, die wij vandaag graag met kip samenvoegen tot een zoetpittig gerecht, de paprikás csirke. De lekkerste versie van deze klassieker aten we ooit bij een schoonmoeder op een boerderijtje net buiten Boedapest. We vielen steil achterover. Dat kan ook zijn veroorzaakt door de zelfgestookte pálinka.
Snipper de ui en fruit die in een zware gietijzeren pan in de olie. Snij of hak de kip in acht tot tien stukken. Bestrooi de kip met wat zout en het paprikapoeder. Het gevogelte moet geheel bedekt zijn. Wrijf het poeder stevig in het kipvlees.
Voeg de kip bij de ui en braad haar aan. Doe het deksel op de pan, zet het vuur laag en voeg na een kwartier een glas water toe. Ongeveer een uur à anderhalf uur laten sudderen: het vlees moet van de botten vallen.
Serveer de kip met wat rijst en een salade van komkommerblokjes – de salade kan worden bedekt met een pittige saus van zure room, wat geperste knoflook, een beetje suiker, een scheutje azijn en veel paprikapoeder.
Hoofdgerecht, voor 4 personen
1 grote kip; 3 grote uien; 3 à 4 eetlepels paprikapoeder, zowel zoet als scherp; zout; 2 eetlepels olijfolie.
Stond eerder in: Het dagblad van het Noorden
19 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
15 november 1956, 11 uur 's avonds: het Centraal Station in Utrecht staat zwart van de mensen. Als de lange trein uit Wenen binnenloopt, ontstaat een opgewonden geroezemoes, er klinkt gejuich. De trein vervoert 670 Hongaarse vluchtelingen, ontheemden die zijn gevlucht voor de Russische tanks die de Hongaarse Opstand in bloed smoorden. Het is de eerste groep van in totaal 3300 Hongaren die in ons land als 'vrijheidsstrijders' tegen het communisme worden onthaald.
Niet alle gevluchte Hongaren van toen bleven in Nederland, sommigen zijn zelfs uit heimwee teruggekeerd. Terug naar de vlakten van de Donau, naar de bogrács, de gietijzeren ketel die de voorvaderen uit het stamgebied Etelköz hadden meegebracht en waarin ze boven open vuur hun gulyás kookten. In het begin gebeurde dat nog zonder paprika, die kwam pas toen Zuid- en Midden-Amerika werden ontdekt.
De 'edelzoete' paprika die de Hongaarse gebroeders Palffy in de negentiende eeuw kweekten in Széged, zou wereldberoemd worden. Een mooie culinaire bijdrage, die wij vandaag graag met kip samenvoegen tot een zoetpittig gerecht, de paprikás csirke. De lekkerste versie van deze klassieker aten we ooit bij een schoonmoeder op een boerderijtje net buiten Boedapest. We vielen steil achterover. Dat kan ook zijn veroorzaakt door de zelfgestookte pálinka.
Snipper de ui en fruit die in een zware gietijzeren pan in de olie. Snij of hak de kip in acht tot tien stukken. Bestrooi de kip met wat zout en het paprikapoeder. Het gevogelte moet geheel bedekt zijn. Wrijf het poeder stevig in het kipvlees.
Voeg de kip bij de ui en braad haar aan. Doe het deksel op de pan, zet het vuur laag en voeg na een kwartier een glas water toe. Ongeveer een uur à anderhalf uur laten sudderen: het vlees moet van de botten vallen.
Serveer de kip met wat rijst en een salade van komkommerblokjes – de salade kan worden bedekt met een pittige saus van zure room, wat geperste knoflook, een beetje suiker, een scheutje azijn en veel paprikapoeder.
Hoofdgerecht, voor 4 personen
1 grote kip; 3 grote uien; 3 à 4 eetlepels paprikapoeder, zowel zoet als scherp; zout; 2 eetlepels olijfolie.
Stond eerder in: Het dagblad van het Noorden
19 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
zaterdag 17 maart 2012
Meldpunt MOE-landse culinaire lekkernijen
Door Jacques Hermus
De Groningse oud-hoogleraar Hans Renner, Tsjech van geboorte, gaf zichzelf twee weken geleden aan bij het 'Polenmeldpunt' van de PVV. Renner bekende alles grif: "Ja, ik ben dronken geweest, ja, ik heb wel eens geluidsoverlast veroorzaakt en ja, ik heb 36 jaar aan de Groningse universiteit een baan bezet gehouden van een Nederlander." Waarbij hij gemakshalve vergat te vermelden dat hij ook nog illegaal onze paddenstoelenbossen leegplundert. Van dat laatste waren wij getuige: de genadeloos uit onze Drentse grond getrokken cantharellen en eekhoorntjesbroodjes werden schielijk door de dader in een mandje verborgen, daarbij geholpen door een handlanger: de al even suspecte Groningse chef-kok Jean-Michel Hengge, een geboren Elzasser. Enige verantwoording voor hun daden nemen ze niet, die Midden- en Oost-Europeanen – de MOE-ers.
Maar als zijn dan massaal naar Nederland komen, gaan wij toch lekker daarheen! Een beetje door hun bossen struinen, rivieren en beken leeg hengelen, akkers kaalplukken, stokerijen en brouwerijen leegdrinken. Want er is in Midden- en Oost-Europa nog best veel lekkers te halen. Stevige kost, mooie klassiekers als borsjt en paprikas csirke, Praagse hammen, Poolse bigos en Russische pasteitjes met de lieflijke naam pirogi.
Midden- en Oost-Europa dus, maar scheer al die landen niet over een kam. Hongarije, Polen en Tsjechië richtten zich in hun geschiedenis altijd op West-Europa, slechts de communistische overheersing van de Sovjet-Unie trok ze naar het Oosten. Op culinair gebied is er wel verwantschap. Een veelvuldig gebruik van graan, aardappelen, kool, paddenstoelen, allerlei worsten en stevige soepen. En natuurlijk de vele deegwaren. De overdaad kunt u ook vinden bij www.receptenmeldpunt.blogspot.com
We beginnen de week met kool. Poolser kun je het nauwelijks krijgen: koolpakketjes met tomatensaus. Bij de culturele vereniging Polonia in Breda staan ze met regelmaat op het menu. Breda, u weet wel, de stad die in 1944 werd bevrijd door soldaten van de Eerste Poolse Pantserdivisie, onder bevel van generaal Maczek. Een aantal van de soldaten van toen vestigde zich blijvend in Brabant, dat moeten we maar door de vingers zien.
Golabki (koolpakketjes)
Hoofdgerecht, voor 4 personen
100 gram rijst; zout; peper; 1 spitskool (of savooiekool); 500 gram half-om-half gehakt; 1 gesnipperde ui; 3 theelepels gedroogde majoraan; 1 theelepel karwijzaad; losgeklopt ei; (eventueel) verse bieslook; halve liter vleesbouillon (tablet); 800 gram stukjes gepelde tomaat (blik); 2,5 deciliter losgeroerde zure room.
Kook de rijst met wat zout gaar. Laat de koolbladeren in ruim kokend water in circa 5 minuten zacht worden. Verwijder de bladnerven. Bak het gehakt rul in een droge pan. Voeg de ui toe en bak die glazig. Doe er, van het vuur af, de rijst, 2 theelepels majoraan, het karwijzaad, het ei, zout en peper bij. Verwarm de oven voor op 175° Celsius.
Verdeel de vulling over de bladeren en vouw ze tot pakketjes (bind ze eventueel dicht met bieslook of gebruik een prikker). Leg de pakketjes in een ingevette ovenschaal. Verwarm de bouillon en giet die erover. Stoof de pakketjes circa 40 minuten in de oven. Maak intussen de saus; verwarm de tomaten met de zure room, zout, peper en 1 eetlepel majoraan. Serveer de tomatensaus en erbij.
Uit: Dagblad van het Noorden (en anderen), zaterdag 17 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
De Groningse oud-hoogleraar Hans Renner, Tsjech van geboorte, gaf zichzelf twee weken geleden aan bij het 'Polenmeldpunt' van de PVV. Renner bekende alles grif: "Ja, ik ben dronken geweest, ja, ik heb wel eens geluidsoverlast veroorzaakt en ja, ik heb 36 jaar aan de Groningse universiteit een baan bezet gehouden van een Nederlander." Waarbij hij gemakshalve vergat te vermelden dat hij ook nog illegaal onze paddenstoelenbossen leegplundert. Van dat laatste waren wij getuige: de genadeloos uit onze Drentse grond getrokken cantharellen en eekhoorntjesbroodjes werden schielijk door de dader in een mandje verborgen, daarbij geholpen door een handlanger: de al even suspecte Groningse chef-kok Jean-Michel Hengge, een geboren Elzasser. Enige verantwoording voor hun daden nemen ze niet, die Midden- en Oost-Europeanen – de MOE-ers.
Maar als zijn dan massaal naar Nederland komen, gaan wij toch lekker daarheen! Een beetje door hun bossen struinen, rivieren en beken leeg hengelen, akkers kaalplukken, stokerijen en brouwerijen leegdrinken. Want er is in Midden- en Oost-Europa nog best veel lekkers te halen. Stevige kost, mooie klassiekers als borsjt en paprikas csirke, Praagse hammen, Poolse bigos en Russische pasteitjes met de lieflijke naam pirogi.
Midden- en Oost-Europa dus, maar scheer al die landen niet over een kam. Hongarije, Polen en Tsjechië richtten zich in hun geschiedenis altijd op West-Europa, slechts de communistische overheersing van de Sovjet-Unie trok ze naar het Oosten. Op culinair gebied is er wel verwantschap. Een veelvuldig gebruik van graan, aardappelen, kool, paddenstoelen, allerlei worsten en stevige soepen. En natuurlijk de vele deegwaren. De overdaad kunt u ook vinden bij www.receptenmeldpunt.blogspot.com
We beginnen de week met kool. Poolser kun je het nauwelijks krijgen: koolpakketjes met tomatensaus. Bij de culturele vereniging Polonia in Breda staan ze met regelmaat op het menu. Breda, u weet wel, de stad die in 1944 werd bevrijd door soldaten van de Eerste Poolse Pantserdivisie, onder bevel van generaal Maczek. Een aantal van de soldaten van toen vestigde zich blijvend in Brabant, dat moeten we maar door de vingers zien.
Golabki (koolpakketjes)
Hoofdgerecht, voor 4 personen
100 gram rijst; zout; peper; 1 spitskool (of savooiekool); 500 gram half-om-half gehakt; 1 gesnipperde ui; 3 theelepels gedroogde majoraan; 1 theelepel karwijzaad; losgeklopt ei; (eventueel) verse bieslook; halve liter vleesbouillon (tablet); 800 gram stukjes gepelde tomaat (blik); 2,5 deciliter losgeroerde zure room.
Kook de rijst met wat zout gaar. Laat de koolbladeren in ruim kokend water in circa 5 minuten zacht worden. Verwijder de bladnerven. Bak het gehakt rul in een droge pan. Voeg de ui toe en bak die glazig. Doe er, van het vuur af, de rijst, 2 theelepels majoraan, het karwijzaad, het ei, zout en peper bij. Verwarm de oven voor op 175° Celsius.
Verdeel de vulling over de bladeren en vouw ze tot pakketjes (bind ze eventueel dicht met bieslook of gebruik een prikker). Leg de pakketjes in een ingevette ovenschaal. Verwarm de bouillon en giet die erover. Stoof de pakketjes circa 40 minuten in de oven. Maak intussen de saus; verwarm de tomaten met de zure room, zout, peper en 1 eetlepel majoraan. Serveer de tomatensaus en erbij.
Uit: Dagblad van het Noorden (en anderen), zaterdag 17 maart 2012
www.hermusenzandstra.nl
maandag 12 maart 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)